WISSENKERKE IN 1870
Een rondgang door een Noord-Bevelands dorp
P.J.A. van Voorst Vader
Onze excursie door het oude Wissenkerke begint in de Voorstraat. Hier stonden op regelmatige
afstand bakken waarin de haardas gedeponeerd moest worden. De haarden werden meestal gestookt
met turf, al werd ook al wel steenkool gebruikt. De as zelf was geld waard. Het ophalen daarvan
werd verpacht. Wie houdt zich omtrent 1870 bezig met het opzuiveren van de grond rond de
asbakken, alsmede het schoon houden van de Voorstraat en de achterwegenHet is Frans
Versluys, schoenmakersknecht. Hij verdient een karig loon van 3,- a 4,- per week. Maar om
zijn ongetwijfeld talrijk nakroost te onderhouden is hij voor en na zijn schoenreparaties ijverig met
dit werk bezig. Éénmaal in het jaar mag hij dan de grote dag beleven dat de gemeente hem voor zijn
noeste arbeid beloont met 40,-.
Voorstraat: gezicht op de
dorps dijk.
Vanaf 1866 wordt zijn werk vergemakkelijkt doordat het gemeentebestuur acht straatlantaarns met
petroleumlampen heeft geplaatst. Natuurlijk worden die - zuinig - alleen aangestoken in de
wintermaanden. En schijnt de maan dan blijft het aansteken achterwege. Dat zou immers zonde zijn.
Maar wie beantwoordt de moeilijke vraag of de maan schijnt? Die beslissing is uitsluitend
voorbehouden aan B. W. zelf! En dus zien wij Pieter Wilderom iedere donkere avond twee maal
in de lantaarns klimmen: éénmaal om ze één uur na zonsondergang aan te steken en éénmaal voor
het uitdoven om tien uur. Na dat uur gaat toch geen degelijk burger meer buitenshuis? Pieter
verdient daar voor iedere lantaarn 5,- per jaar mee.
Een andere klimpartij verricht iedere dag Pieter Verhorst, de veelzijdige horlogemaker, die ook nog
graveur en postdirecteur is. De kerktoren, die nu helaas niet meer bestaat, is gebouwd in 1826, door
de burgerlijke gemeente aangeboden aan het kerkbestuur. Daarvoor leende de ontvanger Willem
Lodewijk Vader de benodigde 3.000,- aan de gemeente, want die was zoveel geld niet rijk.
Vijfendertig jaar later besluit de gemeenteraad op voorstel van burgemeester Jacobus Vader, zoon
van Willem, om hierop een nieuw uurwerk aan te brengen, 'het werk van koper, het raderwerk
zamengesteld met vier wijzerborden van rood koper met best goud verguld, met heel en half slag.
2