geworden. Wel kreeg de landbouw in de 19de eeuw nieuwe impulsen door de invoering van een
nieuw product, de suikerbiet, al verliep deze invoering niet zonder slag of stoot. Op Schouwen-
Duiveland was er in de jaren '60 voor het eerst sprake van deze teelt. Opmerkelijk is, dat de
invoering het initiatief was van fabrikanten uit de suikerindustrie uit Brabant en België en niet van
Zeeuwse boeren. De producenten probeerden op alle mogelijke manieren, zoals het opkopen van
boerderijen, het pachten of huren van land, de productie op gang te brengen. De ondernemers
zorgden voor kapitaal in de vorm van land, hoge pachtgelden en zaaigoed en de boeren deden het
werk en het transport. Toch was er veel weerstand tegen dit nieuwe product. Het gewas vergde veel
van de grond en het transport leverde in het begin ook veel problemen op. Tot ver in de 19de eeuw
bestond het wegennet voor een groot deel uit klei- en zandwegen. In het najaar en in de winter was
het bijna onmogelijk om goederen te transporteren vanwege de hoge waterstand. Op Schouwen
stonden soms lager gelegen wegen en het omringende land onder water. Het bietentransport moest
in de herfst plaatsvinden en daarom werden veel wegen verhard en diverse haventjes aangelegd.
Ook werden er op Schouwen, als eerste eiland in Zeeland, stoomgemalen gebouwd die voor een
verbeterde afwatering moesten zorgen. Later verzorgde de tram, die in 1900 van Zijpe tot
Brouwershaven liep, voor vervoer van zowel personen, goederen als vee. In 1915 werd de tramlijn
doorgetrokken tot de Westhoek. Door dit alles groeide de productie van de bietenteelt exponentieel.
Het aandeel bieten in Zeeland groeide tussen 1870 en 1910 van 3 procent tot 18 procent.4 Maar
vooral de invoering van kunstmatige bemesting stimuleerde de teelt van de suikerbiet. Schouwen-
Duiveland bezat ook uitstekende weilanden en de veeteelt stond op een hoog peil. Ook hier traden
er in de 19de eeuw veranderingen ten goede op. Er kwam steeds meer aandacht voor
rasverbeteringen. Door de invoering van kunstmest hadden veel boeren de koeien niet meer nodig
In West-Michigan vonden veel Zeeuwen werk in de meubelindustrie of in andere houtbedrijven
(foto Zeeland Historical Society).
18