het verdronken Rilland. De kwetsbaarheid van de verdronken dorpen aan/in de Westerschelde werd
hiermee weer eens met aplomb aangetoond.
P. Stuart, Nehalennia; documenten in steen (Goes: De Koperen Tuin, 2003), 110 blz., ISBN 90-
76815-12-7, prijs 12,50.
P. Stuart en wijlen J.E. Bogaers zijn sinds decennia bekend als dé kenners van de Zeeuwse
Nehalennia-wijstenen. In Nehalennia; documenten in steen pretendeert Stuart niet met iets nieuws
te komen: het doel is de presentatie van bekende zaken buiten de kleine kring van deskundigen.
'Voor hen', aldus Stuart, 'wil dit boek zonder wetenschappelijke ballast maar toch zo volledig
mogelijk beschrijven wat wij op dit moment weten over de godin en haar vereerders.'
In 1647 kwamen bij Domburg de eerste stenen monumenten met Nehalennia's naam en beeltenis
uit het duinzand, in 1970 werden voor de eerste maal Nehalenniastenen opgevist in de
Oosterschelde bij Colijnsplaat. De volledige wetenschappelijke (Duitstalige) uitgave van de
Colijnsplaatse vondsten, verzorgd door Stuart en Bogaers, verscheen vorig jaar. Deze nieuwe
publicatie behandelt de monumenten van Domburg én Colijnsplaat, en bevat ook een inleiding in
de 'Nehalenniakunde', met gegevens over godenverering en symbolen, de tempels,
Nehalenniavereerders, hun namen, bezigheden en de inscripties die ze nalieten. Heel aardig is de
korte geschiedenis van de weergevonden Domburgse monumenten vóór en na de verwoesting van
een groot deel ervan in de kerk van Domburg door een brand in 1848. Aangaande Ganuenta, het
'Romeinse Colijnsplaat'. laat de anders terughoudende geleerde Stuart zich zelfs verleiden tot
speculatie. Ganuenta was niet alleen een pelgrimsoord, maar ook een havenstad: er was een
'overslaghaven met alle faciliteiten voor het verladen van de vrachten, met magazijnen en een
schippersbeurs. Grote exportkantoren moeten er hun kantoren hebben gehad.' Voorlopig ontbreekt
het archeologische fundament onder dit mooie gedachtenbouwwerk. Ganuenta ligt waarschijnlijk
grotendeels onder de zandplaat Vuilbaard en misschien zal het volgens Stuart 'ooit mogelijk zijn
daar nader onderzoek te verrichten'.
In mei hield dr. Ton Derks, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, op de vierde Zeeuwse
Amateur-Archeologen-Dag (ZAAD) in Middelburg een lezing over de Nehalenniacultus. Derks
betoogde dat Nehalennia ten onrechte als een regionale, 'Zeeuwse' godin wordt gezien, omdat haar
cultus puur Romeins was. Eveneens niks nieuws, deze stelling, en tevens een open deur van
formaat. Immers, Derks' opmerkingen zijn ongeveer hetzelfde als beweren dat de middeleeuwse
devotie tot Onze Lieve Vrouw van de Polder in Vrouwenpolder niets met Zeeland te maken had,
omdat deze cultus katholiek en dus 'internationaal' was.
Jan Kuipers
35