Het jaar 1929 De doelstelling van de in 1929 (her)opgerichte Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek, gevestigd te Middelburg, wordt in art. 2 der statuten omschreven. 'De vereeniging stelt zich ten doel het bevorderen van de belangstelling in en de bestudering van de Zeeuwse dialecten. Zij streeft dit doel na: a door te trachten een verbinding tot stand te brengen tusschen personen, belangstellend in het dialect en die daarom hetzij metterdaad willen medewerken tot het verzamelen van materiaal en het verstrekken van inlichtingen in zake dialectverschijnselen, hetzij de vereeniging financieel wenschen te steunen; b door het bijeenbrengen van dialectmateriaal ten behoeve van de samenstelling van een woordenboek der Zeeuwsche dialecten en ten behoeve van de dialectstudie in het algemeen; c door het bevorderen der uitgave van geschriften, betrekking hebbende op of geschreven in de Zeeuwsche dialecten. Deze wel gefundeerde doelstelling was een geheel andere, dan de goedbedoelde omschrijving van de jonge lieden van 1928. Na de vergadering van 13 april 1929, die men beslist 'constituerend' kan noemen, is men met veel ijver aan het werk gegaan. In juli 1929 verschijnt het eerste nummer van het Verenigingsnieuws, dat in de eerste plaats bestemd was als inlichtingsdienst voor het woordenboek. Wij mogen rustig stellen dat art. 2b: het bijeenbrengen van dialectmateriaal ten behoeve van de samenstelling van een woordenboek der Zeeuwse dialecten het meest belangrijke maar ook meest omvangrijke werk van de vereniging was. In het eerste nummer ook worden de namen bekend gemaakt van de leden die zich eilandsgewijs gaan bezighouden met het verzamelen van het materiaal. Zeeuwsch-Vlaanderen wordt in drie gebieden gesplitst, terwijl ook de dialecten van Goeree en Overflakkee, een apart district vormend, tot het Zeeuwse worden gerekend. Ook voor speciale gebieden meldden zich leden aan t.w. voor landbouw en veeteelt, jacht en visserij, ambachten, polderwezen, folklore, spraakkunst, dialectverschijnselen bij schoolkinderen en het ouder-Zeeuwsch. Verder waren er terreinen die door een geneesheer en archivarissen werden bestreken. Het bestuur had zich op de hoogte gesteld van de differentiatie in het ledenbestand door middel van een gerichte vragenlijst met de mededeling dat onder dialectmateriaal in de eerste plaats verstaan werd: woorden, zegswijzen en spreekwoorden in dialect. Bij de dialectverschijnselen bij schoolkinderen volgde de toelichting: op te merken bij het aanleren van het algemeen beschaafd Nederlands, onder het ouder-Zeeuws werd het Zeeuws vóór de 19de eeuw gerekend. Voor de spelling der bijdragen was een circulaire opgesteld, waarbij het dagelijks bestuur zich liberaal had opgesteld. Men stelde zich op het standpunt, 'dat niet onmiddellijk den leden een bepaald spellingsysteem kan worden opgelegd. In de eerste plaats zou dit degenen onder de werkende leden, die reeds materiaal hebben verzameld en bereid zijn dit in te zenden, noodzaken dit materiaal weer geheel om te werken, in de tweede plaats is het voor het bestuur bezwaarlijk reeds nu in alle onderdelen de spelling vast te stellen, voordat het gelegenheid heeft gehad tot vergelijking van een ruime hoeveelheid materiaal uit verschillende delen van Zeeland'. Een aantal voorbeelden diende tot richtlijn. De dialectlijsten die volgens het alfabet werden afgewerkt, werden met de regelmaat van de klok en zeer gewetensvol ingevuld. Men zette zich er voor. Men spaarde de lijsten op voor de vakantie. Een voorbeeld: Op 9 november 1931 schrijft dr. Krina Hocke Hoogenboom, op dat moment te Amsterdam verblijvend, aan de secretaresse van de vereniging, Rilca Ghijsen: 'Nu wij toch met ^-woorden bezig zijn, geef ik U hier een ten onzent bekende en gebruikelijke uitdrukking: "Gêên (gin) diek of dam meer an wete te doen", waarmee wordt bedoeld: geen uitweg meer weten, ergens geen gat meer in zien.' Zij schrijft verder, dat zij voorlopig in Amsterdam blijft, 'maar dialectlijst 13 kan toch naar Zonnemaire worden gezonden, waar ik dan in de Kerstweek wel de gelegenheid zal vinden om die in te vullen' 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 13