Overflakkee, 6 W.-Z. Vlaanderen, 3 O.-Z. Vlaanderen), gestegen en vele der later bijgekomen medewerkers vullen ook de oudere lijsten nog in. Op deze wijze krijgt men voor de verspreiding van een vorm over de Zeeuwsche eilanden en Zeeuwsch-Vlaanderen voldoende zekerheid. Naast de alfabetische opgave in dialect, gelijk ze op onze lijsten plaats heeft, is wel de behoefte aan de uitgave van systematische lijsten gevoeld en er werden plannen gevormd, hiermee te beginnen, zodra dit financieel mogelijk zou zijn. Kort geleden is echter met de inmiddels ingestelde dialecten commissie der Koninklijke Akademie van Wetenschappen aan dat bezwaar tegemoet gekomen. De resultaten der systematische lijsten, door deze commissie uitgegeven, zullen, voor zover het Zeeland betreft, ook voor ons secretariaat ter beschikking staan. Hier komt ook de samenwerking met het Zuid-Nederlandsche dialectonderzoek in aanmerking. Het is bekend en het zal u uit de hier onder gegeven bijzonderheden opnieuw blijken, hoeveel aanrakingspunten het Zeeuwsch heeft met de zuidelijke dialecten, met name het West-Vlaamsch. We kunnen elkander wederzijds van dienst zijn. Door Prof. Blanquaert zijn vanwege het Gentsch Phonetisch Laboratorium reeds betrekkingen met de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek aangeknoopt die naar te verwachten is goede resultaten zullen geven' (ontroerend vond ik de aantekening in de marge, dat de lezing tot dan toe 8 minuten in beslag nam). In de jaarvergadering van 29 april 1933 kwam de voorzitter, dr. K. Kooiman, met de mededeling dat over de plannen voor de uitgave van het Zeeuwsch Woordenboek nader overleg gepleegd was met de fa. Den Boer te Middelburg. Wegens de onzekerheid der tijden achtte deze firma een uitgave volgens het oorspronkelijke plan nl. met intekenaren en in afleveringen minder gewenst. De voorkeur ging uit naar een uitgave in delen te beginnen in 1935 met een deel, lopend van A tot en met G. Voor de leden en medewerkers zou de vroeger overeengekomen reductie gelden. Gebrek aan durf had de vereniging beslist niet, zeker gezien de staat der financiën. De inkomsten bedroegen iets meer dan 200 gulden en de grote uitgavenpost was het drukwerk van de dialectlijsten gecombineerd met het Vereenigingsnieuws. Dat men toch zoveel resultaten kon boeken, kwam eenvoudig door de belangeloze medewerking van velen. Dit alles zou nog niet verwerkt kunnen worden, wanneer niet de secretaresse al haar tijd en energie aan het controlewerk besteedde, gesecondeerd door de tweede secretaresse mw. K. J. van de Putte. Financieel onafhankelijk, kwam het meermalen voor dat de secretaresse de verzendkosten zelf betaalde om de vereniging uit de moeilijkheden te helpen. Een groepje dialectliefhebbers vergaderde om de twee maanden te Middelburg ten huize van voorzitter Kooiman. Bij thee en koekjes werd het ingezonden materiaal besproken. Het team van deskundigen, zoals de secretaresse het zelf formuleerde, bestond uit doorgewinterde Zeeuwen: de heren A. Dekker, L. Roelse en mw. K. J. van de Putte voor Walcheren, J. Kreune voor Zuid-Beveland; J.J. Poldermans voor Schouwen, De Gelleke voor West Zeeuwsch-Vlaanderen, L. J. Bol voor Ooltgensplaat. 'Uitgaande van de te controleren woorden en uitdrukkingen, hun plaatselijke vormen en varianten gingen de sluizen open voor een overvloed van tekenachtige voorbeelden en sappige Zeeuwse herinneringen uit de jongensjaren van het team, waarvan we, allen - en onze voorzitter niet het minst - met volle teugen genoten. Als enige niet-Zeeuw van geboorte was het zijn bijzondere taak de knoop door te hakken, als de vraag: dialect of Algemeen Nederlands opdook, maar wat hem als philoloog en als man met humor van het begin tot het eind boeide was de levende taal en volksgeest, die hem hier uit de eerste hand werd voortgezet'. Met andere woorden: het leren was spelen en omgekeerd. Belangrijker was misschien nog het werk dat Kooiman op school deed. Hij gaf les in Nederlands op de Middelburgse R.H.B.S. en inspireerde zijn leerlingen, die voor een flink deel van de dorpen kwamen, voor het werk van de inlichtingendienst. Voor de Walcherse inzendingen verzorgde hij van leerlingen en oudere medewerkers de verzamellijsten. Uit de briefwisseling bleek mij verder, dat ook de heer Van Swigchem, leraar Nederlands aan de Christelijke Kweekschool, zorgde voor het verspreiden van de lijsten. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 15