een sterke belangstelling voor het museumwezen, de stichting van o.a. landbouwmusea in de
provincie en die voor cursussen op historisch gebied, kan de vraag rijzen of er sprake is van een
toeneming van het bewustworden van een Zeeuws besef. De Kok constateerde dat bij zijn
behandeling van het ontstaan van het Zeeuwse volkslied (en Zeeuws-Vlaamse). Voor heel wat
Zeeuwen is er geen dierder plek op aard dan Zeeland.
Verantwoording
In deze bijdrage, die eerst verscheen in het tijdschrift Taal en tongval 1979, nr. 3-4, is zeer veel geciteerd, met opzet. De
brieven van Van Ginneken zijn 'sprekende stukken', die veel over de persoon zelf zeggen. Toch is maar een klein deel van
het materiaal, door mevrouw Ghijsen achtergelaten, geraadpleegd, Na haar overlijden hebben de erfgenamen al het materiaal
in ongeordende toestand geschonken aan de Provinciale Bibliotheek van Zeeland te Middelburg. Dit wacht op een
wetenschappelijk verantwoorde ordening.
Over Hendrika Catharina Maria Ghijsen en haar werk heb ik in dit tijdschrift [Zeeuws Tijdschriftred.] geschreven
(Ghijsennr 1976). Tenslotte zijn door mij haar 'Herinneringen' uitgegeven te Middelburg, 1978, met een schets van haar
leven, een bibliografie en een herdruk van een van haar mooiste opstellen: 'De Zeeuwen en hun taal'.
Drukken van het woordenboek verschenen in 1964. 1968, 1974, 1975, 1978 en 1979. De subsidies konden hierdoor worden
verrekend.
Kritiek op de voortgang van het onderzoek, op het gevaar van het verouderen van het woordenboek, overigens verzacht door
veel lof, had wijlen Michiel de Visser in het Ghijsennr van het Zeeuws Tijdschrift 1976. Tot nu toe wordt al het werk voor
de vereniging belangeloos gedaan. Evenals dr. Ghijsen besteedt mevrouw Van den Broecke al haar tijd aan het werk.
*Overdruk uit: Zeeuws Tijdschrift 30(1980)1, 9-19.
18