Klokkenlied van Aardenburg
De tijd verging, de oorlog kwam;
een vijand die de klokken nam
en sleepte naar zijn eigen land
Het doel: bommenfabrikant.
Verstomd en treurig stond de oude toren.
Zijn eigen lied lied had hij verloren.
Voort ging de strijd; de vijand moest verslagen,
het licht der vrijheid dagen;
hoe duur helaas werd toen dit licht gekocht!
Het front vernielde zoveel op zijn tocht.
Ook om en bij de oude toren
ging stuk voor stuk veel schoons verloren.
Wekenlang lag daar het front:
granaten gierden in het rond,
verwoestten zij mijn Zeeuws-Vlaandren'land,
arm dierbaar landje van Cadzand.
Voort ging de strijd. De vijand wérd verslagen;
het licht der vrijheid kwam weer dagen!
En waar in 't land de klokken bleven hangen,
Daar klonken luid hun vrede-zangen;
geschonden zelf en boven een vernield gebouw
stond nog de oude toren, trots en trouw
Men maakte een 'klok', maar bleef er niet
een heimwee naar het oude lied?
Toen werd op een dag
het bericht gezonden
Uw klokken zijn terug gevonden!
Nog is het stadje puin
en moeten muren vallen;
nog huist er menigeen
in stuk geschoten stallen
Maar eens toch zullen daken blinken
en zal het luidend lied weerklinken
als te voren:
de oud vertrouwde klokkenklank
van onze eigen toren!
Sint Bavo toren
Hoe speelt het lot met ons allen;
wat men nu roemt kan later vallen.
Ik zong nog gisteren 't lied van onze toren
en ach, vandaag is het al verloren,
omver geblazen door de wind
als was het speelgoed van een kind.
De smart
in 't hart
om de ruïne van de eigen woning
verzinkt bij 't zien van den gebroken koning
die vele eeuwen trots en trouw
de wacht hield bij het kerkgebouw.
Voor oude levens die na lange scheiding
hun kinderen weerzien in ontroering.
Soms ook te groot;
vaak grijpt hen kort daarna de dood.
Zo ging de oude toren heen
en laat de klokken nu alleen.
En waar men straks hen ook zal hangen
er blijft een heimwee, een verlangen;
toch dragen zij voor hen die horen
voor altijd 't lied van de oude toren!
Als voorzitter van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek hield ik op 26 november 1977
een openingstoespraak voor de leden en hun aanhang. Ik begon met een uitspraak van dr. Rika Ghijsen:
'Als je iets begint moet je tot het einde toe volhouden.' Gelukkig konden we in mevrouw Van den
Broecke-de Man een waardig opvolger vinden als secretaris. Op dezelfde vergadering, die in een van
de zalen van de Abdij te Middelburg gehouden werd, sprak drs. J.P. Berns (wetenschappelijk ambtenaar
bij het Instituut voor Dialectologie, het latere P.J. Meertens-Instituut te Amsterdam) over dialect en
standaardtaal. Dr. P.J. Meertens heeft zich intensief bezig gehouden met de Zeeuwse dialecten.
22