Regionale identiteit Nu is het woord aan de Commissaris van de Koningin, drs. W.T. van Gelder, die de Dialectdag komt openen. Al jarenlang staat hij bekend als fervent voorstander van de Zeeuwse streektaal en ook vandaag laat hij zich niet onbetuigd: hij toont zich een waardig én strijdlustig vlaggendrager. Zelf spreekt hij nog geen Zeeuws, maar tijdens het programma van omroep Zeeland 'proats voe 2' met Elsa van Hermon, dat die middag live vanaf de Dialectdag wordt uitgezonden, krijgt hij zijn eerste Zeeuwse les. In de vorige editie van Nehalennia heeft u zijn betoog uitgebreid kunnen nalezen. Wat vooral veel indruk heeft gemaakt is zijn opmerking dat door een verdere globalisering het regionale gevoel mogelijk sterker is dan het nationale gevoel; de grenzen vervagen, er is geen nationale munteenheid meer en de vlag en het koningshuis verliezen hun 'speciale plek'. We houden alleen het 'oranje'- gevoel als de nationale voetbalploeg moet spelen. Toch hoeft niemand bang te zijn dat de streektaal, als belangrijk symbool in de regionale dimensie, de nationale taal zal verdringen. Het gaat er eerder om dat de streektaal belangrijk is voor de regionale identiteit en dat de Raad van Europa, in tegenstelling tot de Nederlandse overheid, dit belang erkent. Volgens onze vlaggendrager houdt niets ons tegen om de wapens op te nemen en naar 'Het Hof van Justitie' te stappen om de beslissing aan te vechten als de centrale overheid het Zeeuws niet zou erkennen. Want de streektaal is een stuk regionale identiteit dat niet verloren mag gaan in deze steeds groter lijkende wereld. 'Waar willen met het Zeeuws naartoe?' Het applaus dat de heer Van Gelder na dit betoog in ontvangst mag nemen geeft aan dat alle aanwezigen willen vechten voor het behoud van het Zeeuws. 'Waar willen we met het Zeeuws naartoe?' vervolgt Veronique de Tier, onze nieuwe streektaalconsulent van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, in haar introductiespeech het betoog van haar voorganger. In de eerste maanden dat ze in functie was, heeft ze vooral in kaart willen brengen wat er leeft op streektaalgebied en nu jeuken haar handen om als een echte Vlaamse leeuwin actie te gaan ondernemen in het gebied met de strijdkreet: 'Ik worstel en kom boven'. (Zeeland dus) Heerlijk om zo'n enthousiaste dame te horen vertellen over ons favoriete onderwerp: het behoud van de Zeeuwse streektaal. Waar ze zelf met het Zeeuws naartoe wil? Veronique zit boordevol plannen. Zo wil ze het project 'School en dialect' een vervolg gaan geven, wil ze aan de hand van opnames van het Meertens-Instituut en de Universiteit van Gent regiopresentaties gaan maken met betrekking tot taal, muziek en verhaal, wil ze stickers laten maken: 'hier spreekt men Zeeuws' of iets dergelijks en denkt ze aan dialectwandelingen en een kinderboek in het Zeeuws. Kortom, Veronique wil graag tot de aanval overgaan. Dieleman: 'Wildplasse mö meuge' Dan is het tijd voor het muzikale intermezzo van de zanger Peter Dieleman. In eerste instantie lijkt hij meer een flierefluiter. Immers, zijn motto is dat hij het liefst niet werkt, of toch zo min mogelijk. Zijn beroep is namelijk 'Zeêuws proater'. Toch, als ik zo al zijn nummers beluister, moet hij veel werk hebben verricht om composities te bedenken en deze van een pakkende Zeeuwse tekst te voorzien. Dus met zijn vermeende luiheid valt het wel mee. En ook in hem schuilt een soldaat, maar dan voor een andere strijd. Zijn strijdkreet luidt: 'Wildplasse mö meuge.' Het is gelukkig wel in het Zeeuws, dus toch ook voor het goede doel. Dan is eindelijk de trein met Jan Stroop gearriveerd. De geestelijk vader van het Poldemederlands 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 42