Na de lunch, die ook voldoende tijd biedt om de geëxposeerde tekeningen van Jo Jobse te bekijken, gaat het middagprogramma van start. In het toneelstuk "t Onderste uut de kanne' komt de strijdlust naar voren van een echtpaar dat evacués van de watersnoodramp heeft opgevangen. Het gaat dan voornamelijk om de strijd voor behoud van fatsoen. Eén van de evacués blijkt namelijk nog al egoïstisch ingesteld, dit tot grote ergernis van de gastvrouw. Uiteindelijk krijgt deze hebberige dame, die het onderste uit de kan wil hebben, het deksel op de neus. En zo zie je dat eerlijkheid overwint. Een humoristisch toneelstuk van Jopie Minnaard, uitgevoerd door de toneelgroep Ad Hoe. Had eerder de Commissaris van de Koningin het al over de teloorgang van het vaderlands gevoel, Pau Heerschap laat in zijn vertelling 'Voe keuniginne in vaoderland' zijn belevenissen met het koningshuis en zijn strijd voor het vaderland zien. Af en toe wat spottend, maar toch nog met voldoende eerbied voor de Oranjes. Op Goeree-Overflakkee heeft het koningshuis zijn 'speciale plek' dus nog wel behouden. Aan het eind van de dag, vlak voor het zingen van het Zeeuws volkslied, blijkt de 11 eurocent te zijn gevonden. Die strijd is dus gewonnen. Met de ledenwerfactie moet ons leger Zeeuwslievenden dusdanig groeien dat een overwinning door de erkenning van het Zeeuws niet meer kan uitblijven. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 44