spreken in het hoogduits en later op het Schwytzerdütsch over te schakelen. Dit moet in Zeeland ook mogelijk zijn. Begrijp me goed, ik heb niets tegen de standaardtaal met zijn grammaticaregels en woordenboeken voor de schrijftaal, want ik gebruik het zelf dagelijks. We moeten wel beseffen dat voor een Zeeuwse dialectspreker de standaardtaal onontbeerlijk is om met niet-Zeeuwen te communiceren en om als schrijftaal te gebruiken. Daarom pleit ik voor tweetaligheid van de Zeeuwse dialectspreker: goed Zeeuws en goed Nederlands. Taalkundige diversiteit In het bovenstaande heb ik drie algemene mi sop vattingen over de taal in het algemeen en het Zeeuws in het bijzonder aangegeven, die het gebruik en behoud van de Zeeuwse streektaal in de weg staan en daardoor de toekomst ervan in hoge mate zouden kunnen gaan bepalen. Een kind in het dialect opvoeden is schadelijk voor zijn Nederlands taalgebruik en zijn maatschappelijke ontwikkeling. Een taal dient van bovenaf geregeld te worden en is iets van de overheid; daar hebben wij niets over te zeggen. Buiten je familie en kennissenkring moet je mensen in de standaardtaal aanspreken. Maar tevens heb ik geprobeerd om toe te lichten dat er in principe geen enkel bezwaar of geldig argument is om niet met deze drie vooroordelen af te rekenen. Als wij met zijn allen, als dialectsprekers in Zeeland, deze drie misopvattingen of vooroordelen nu zelf uit de weg zouden ruimen en er consequent naar zouden handelen, dan ziet de toekomst van de Zeeuwse streektaal er zeer zeker positief uit. De toekomst ziet er voor de Zeeuwse streektaal zonniger uit dan voor de streekkleder- drachten; hiervoor is helaas nog slechts een plaats in de folkloristische sfeer weggelegd. 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 57