De 'klant' bekeek de lat, knikte en mompelde 'Ja' en vertrok. Moe riep hem na: 'Bedankt Het jong zei: 'Jo.' de haspel om het touw op te winden. Tolle Op 'Smurdiek' noemden ze dit spel: toppe. Ons 'ier op Staevenisse spraeke van een 'tol', mèr op Smurdiek speelden ze mee 'n 'toppe' Als ik het me goed herinner, was het een spel voor het voorjaar. Ineens verschenen er dan kinderen met een tol, een houtje met een touwtje er aan en in een mum van tijd was heel de Voorstraat -dae weund'n 'k tusslotte- vol met tollende kinderen. Je zette de tol in een kuiltje tussen de stenen, wond er het touwtje rond, en trok met het houtje de tol uit het kuiltje en ...als je het goed deed, dan draaide de tol. Daarna sloeg je steeds met het touwtje tegen de draaiende tol, die dan al draaiend steeds wat verder over de straat werd verplaatst. Al je in het touwtje een klein knoopje legde, dan kon je knallende slagen produceren. Je touwtje sleet nogal en moest vaak vernieuwd worden. Ook sloeg je nogal eens met het stokje op de stenen en gingen er stukjes van het stokje af. Ook dat vond ik een fijn spel. een houten tol, met aan de punt een soort spijker. Paeretje spele (Paardje spelen) Echt een spelletje van een plattelands dorp, waarin jongens de ouderen nadeden die met echte paarden reden. Het spel was heel simpel. Eén jongen 'mende' het paard, dat een andere jongen was. Soms waren er twee jongens paard. Je had er enkel een stuk touw voor nodig. Dat touw haalde je onder de linkerarm van je 'paard' (de andere jongen of jongens), dan achter de nek en dan weer onder de rechterarm en... je had je 'paard' ingespannen! De menner hield dan de twee einden van het touw vast en dan maar rennen en het 'paard' allerlei bewegingen uit laten voeren, zoals: 'Hoptruu, aarop. hitkop enz. Mijn vriendje Michiel de Graaf, vond er niks aan, maar ik wilde wel paeretje spele, zodat ik het maar weinig heb gedaan. Op schoolplein, vóór de schooltijd, deden de grote jongens wel het beslaan van een paard na. Eén was er dan paard en hield zich vast aan de heining van de tuin van de hoofdonderwijzer. Het was een 'wild paard', dat vreselijk sloeg (met de voeten schoppen) als ze het wilden beslaan. Het was een spel, maar het ging er wild en ruw toe en als je als 'smid' optrad, moest je voor lief nemen, datje soms een vreselijke schop van 'het paard' kreeg! Mee knoppen spele (Met knopen spelen) In de zomer speelden we met knopen in Bos, op het stukje grond achter de 'schure van kees van Merientje.' Terwijl ik dit neerschrijf ben ik indachtig, dat dat alles weg is. Merientje was Marinus Steendijk (in de volksmond: Merientje 'aer, omdat de man zo kaal als een luis was). Kees was zijn zoon en zowel Merientje en vrouw, benevens zoon Kees en vrouw, heb ik goed gekend en allen zijn gestorven. Ze zijn niet meer. De schuur van Kees van Merientje is gesloopt en stond ongeveer, waar nu het huis van Geuze in Bos staat. een stokje met een touwtje, om de tol voort te slaan. 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 74