2 1. 't kotje van oalles 2. 't kotje van d'n nelt 1 -de lijn Welnu, achter die schuur lag een stukje kale grond. In die grond kerfde je dan met een knoop een lijn en twee hokjes die je noemde 't 'uusje van aolles en 't 'uusje van den nelt (de helft) Ik geloof dat ze ook spraken van 't kotjé van aolles en 't kotje van den nelt. Op een afstand van ongeveer 2 meter ging je staan, of op je knieen zitten en wierp 2 knopen naar de twee 'Kotjes'. Dat deden alle jongens die meededen. Meestal waren dat er een stuk of vijf maar je kon het goed met z'n tweeën spelen. Je begon met twee knopen 'op te gooien.' Ieder die mee speelde, deed dat. Je probeerde ze in het 'kotje van aolles' of van 'd'n 'elt' te gooien, hetgeen zelden in eens gelukte. Gebeurde het wel, dan had je voor het verdere spel, de volgende mogelijkheden: 1 neem aan, dat één der kinderen een knoop in het kleine kotje had gegooid, dan betekende dat, dat alle knopen voor hem waren. Stel dat er 4 jongens speelden, dan lagen er dus 8 knopen en die waren allemaal voor die ene jongen. Je mocht daarna nog 'lappe' als je dat wilde. Dat 'lappe' was: Je mocht ieder nog 12 knopen gooien, om te proberen zelf in het kleine 'kotje' of in 't grote 'kotje' te komen. Maar zelden deden ze dat, als bij het begin van het spel al iemand in 't kleine 'kotje' ('t kotje van aolles) lag. Je kan tenslotte beter 2 knopen verliezen als 14! Neem nu eens aan dat één der jongens een knoop in 't grote 'kotje' had gegooid. Dan was de helft van de knopen voor die jongen en de andere helft deed hij in zijn hand 'oprusselen' dat wil zeggen, dat hij de helft van die knopen in beide samengeknepen handen nam, ze heen en weer deed schudden en dan zijn handen open deed, waardoor ze op de grond rolden. De knopen die met de voorkant naar boven lagen, waren ook nog voor die jongen en het overschot werd weer opgerusseld door de volgende jongen die het dichtst bij de lange getrokken streep met een knoop lag. En zo ging dat steeds verder, totdat de knopen op waren. Als een knoop in het grote 'kotje' lag, dan durfde men nog wel eens lappe. Kwam een andere jongen dan ook met een knoop in 't grote kotje, dan was het recht van de eerste jongen vervallen en had de laatste jongen recht op de helft enz. Nu zal ik eens een voorbeeld nemen, van twee jongens die spelen en 12 knopen 'lappen'. 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 75