twee onverzettelijke militaire commandanten ter plaatse: Dibbets in Maastricht en Chassé in Antwerpen. Het optreden van Chassé was echter niet altijd even doordacht. Zo voorzag hij bij het begin van het volksoproer de Antwerpse burgerwacht van geweren en patronen, die vervolgens tegen het Nederlandse garnizoen werden ingezet! Chassé liet in oktober 1830 zijn garnizoen terugtrekken op de, door Alva als dwangburcht gebouwde, citadel van Antwerpen. Toen de Belgische vrijkorpsen vervolgens de citadel opeisten, weigerde Chassé. Hij beriep zich op zijn eed van trouw aan de koning en dreigde dat hij de stad zou beschieten, 'zoodanig, dat men over drie eeuwen nog van Chassé zal spreken'. Het bleek geen loos dreigement. Op 27 oktober beantwoordden de Nederlanders het vuur van de Belgen door zowel vanaf de schepen, als vanuit de citadel de stad met meer dan 16.000 granaten te bombarderen. Antwerpen werd zwaar beschadigd en er vielen 85 doden. De breuk tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden was hierdoor definitief. De Belgen beschouwden het bombardement als een daad van nodeloze wreedheid. In Nederland reageerde men echter opgetogen op het daadkrachtige optreden van de Nederlandse generaal. Een Utrechts lofdicht op Chassé luidde: 'Neen!sprak hij, 'nooit zal 'k ontrouw wezen den eed dien ik aan WILLEM gaf!, door hem in Neêrlands bloei herrezen, ik daal voor hem met vreugd in 't graf'. Een krijgshaftige Chassé tijdens het beleg van Antwerpen in 1832. De dankbare Willem I bevorderde Chassé op 29 juli 1831 tot generaal der infanterie en stuurde hem 32 militaire Willemsorden (de hoogste Nederlandse militaire onderscheiding) om uit te delen aan zijn manschappen. De Nederlandse koning vereerde enkele maanden later de Nederlandse troepen van Antwerpen met een koninklijke inspectie. Toen Chassé na het défilé zijn degen niet gemakkelijk in zijn schede kreeg, maakte Willem I een toespeling op zijn vele wapenfeiten door op te merken: 'hij gaat er beter uit dan in, generaal!' De grote Europese mogendheden hadden 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 7