DRIE EEUWEN SLUIMEREND ONDER DE GOLVEN
Valkenisse, verdronken dorp in de Westerschelde
Leida C.J. Goldschmitz-Wielinga
Rampspoed is een gegeven dat onverbrekelijk verbonden is met de historie en de geografie van
Zeeland. Door de eeuwen heen hebben stormvloeden en overstromingsrampen het kaartbeeld van
onze provincie bepaald. Wat mensenhanden tot stand hadden gebracht ging vaak in één nacht
teloor.
Mijn verhaal begint met een stormramp die 322 jaar geleden plaats vond. Het is slechts een van de
vele rampen die het kustgebied in de loop der eeuwen teisterden en waarvan in de bronnen de echo's
nog doorklinken. Bij die ramp ging een dorpje aan de oever van de Westerschelde ten onder. De
resten ervan zouden meer dan drie eeuwen onder de modder en de golven van de druk bevaren rivier
liggen totdat op het eind van de tachtiger jaren van de vorige eeuw de zee de resten van het dorp
begon bloot te spoelen.
Voordat ik mijn verhaal begin over het veldonderzoek, dat meer dan een decennium in beslag nam,
eerst enkele feiten over de stormramp, opgetekend in diverse contemporaine bronnen.
Op maandag 26 januari 1682, twee dagen na volle maan en dus springvloed, werden zuidwest-
Nederland en de aangrenzende kustgebieden getroffen door een zware noordwester storm. De vloed
bereikte zijn hoogtepunt tussen 5 en 6 uur in de namiddag en in de uren daarna braken talloze dijken
door en liepen polders onder water. Omdat de bewoners ditmaal niet in hun slaap werden verrast
waren er weinig slachtoffers te betreuren, maar de schade aan landerijen, huizen, boerderijen en vee
was enorm.
Deze stormramp maakte grote indruk op de tijdgenoten.
De secretaris van het dorp Waarde, dat slechts enkele kilometers verwijderd is van Valkenisse,
beschreef zijn indrukken met de volgende woorden: 'daar was dien gantschen nacht sulcken
drovigen geschreuw, gehuijl, gekrijt ende gecrijsch van menschen en beesten als met geen penne
kan uijtgedruckt worden.'
Die dag werd het lot bezegeld van een bescheiden Zuid-Bevelands dorpje, Valkenisse. Het was in
de vijf eeuwen van zijn bestaan al vaker door de zee bedreigd en overstroomd. Vanwege de ligging
in de frontlinie tijdens de Tachtigjarige Oorlog had het dorp zijn deel van de strijd gehad, maar
ondanks de vele littekens die het had opgelopen hadden de bewoners de strijd tegen het water niet
opgegeven.
Bruikbare zaken
Maar deze rampzalige dag betekende voor het reeds kwijnende dorpje, waarvan de kerk al half
ingestort was, het definitieve einde. De nog resterende bewoners verlieten het dorp waar nog slechts
drie huizen overeind stonden om elders een nieuw bestaan op te bouwen. Valkenisse werd niet lang
daarna buitengedijkt en voorgoed aan de golven prijs gegeven. Mensen uit de omgeving hebben het
verwoeste dorpje nog vaak bezocht om allerlei bruikbare zaken, vooral stenen, mee te nemen. De
toren van de kerk heeft nog een kleine zeventig jaar gediend als baken voor de scheepvaart, evenals
de torens van andere verdronken dorpen in dit door overstromingen geteisterde gebied. In 1750
stortte hij in.
Na verloop van tijd bedekten modder en slib de schamele resten van het dorp en op de groeiende
sliblaag vormden zich schorren.
De sporen van vijf eeuwen bewoning lagen nu onbereikbaar voor de mens onder de modder en
golven van de Westerschelde.
12