Walcheren Invasion k*UM> (Fig. 1) De geallieerde opmars in het najaar van 1944. Op 23 september werd voor het eerst overwogen het eiland te inunderen door een bombardement van de zeedijken. Toestemming van het hoofdkwartier werd verkregen op 1 oktober. Vervolgens werden op 2 oktober pamfletten uitgeworpen om de bevolking te waarschuwen voor het naderend gevaar. Op 3 oktober volgde de eerste luchtaanval op de dijk bij Westkapelle. Door een combinatie van oorzaken verliep deze aanval desastreus. Het dorp werd grotendeels verwoest, waarbij een groot aantal burgerslachtoffers te betreuren viel. Weliswaar werd door het bombardement een grote bres in de zeedijk geslagen, maar door de relatief hoge ligging van het maaiveld direct achter de dijk verliep de inundatie van het eiland zeer traag. Zodoende werd besloten de dijken op meer plaatsen te bombarderen. Op 7 oktober werden de dijken bij Vlissingen aangevallen, hetgeen leidde tot bressen bij de Nolle en bij fort Rammekens. Door de bres bij Rammekens stroomde in korte tijd een groot gebied ten oosten van het Kanaal door Walcheren vol. Het maaiveld lag hier aanzienlijk lager dan in het westelijk deel van het eiland. Nog verliep de inundatie te traag, waarna op 11 oktober ook de dijk bij Veere werd verwoest. Pas op 17 november was er sprake van een feitelijke inundatie van het hele eiland, al bleven er verschillende hooggelegen plaatsen droog. De luchtaanvallen op Walcheren zijn goed gedocumenteerd in een aantal studies van de hand van Paul M. Crucq.3 4 De feitelijke aanval op Walcheren begon op 1 november. Na zeer hevige gevechten, met name bij Westkapelle en de Sloedam, werd Walcheren op 6 november bevrijd. Na het gebruikelijke mijnenvegen was de haven van Antwerpen op 26 november open voor de geallieerde vloot. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 23