Het mesheft Dat het hier om een mesheft gaat en niet om een op zich zelf staand voorwerp blijkt uit de ijzeren kern. Het lemmetgedeelte is afgebroken en/of vergaan in de bodem. We zien een staande man, gekleed in een harnas, zijn linkerhand rustend op een staf, in zijn rechterhand vermoedelijk een zweep. Opvallend is de sjerp die van rechts naar links over zijn schouder is gedrapeerd, aan de achterzijde van zijn lichaam eindigend in een knoop. Ook zijn helm is door de maker niet vergeten - deze is aan de achterzijde aan zijn voeten geplaatst. Het hoofd is voorzien van een puntbaard. De oorspronkelijke vorm van het mesheft is enigszins geweld aangedaan, vermoedelijk door de oorspronkelijke eigenaar van het mes. De bovenzijde is nu enigszins afgeplat. Het voorwerp heeft nog een lengte van 8.5 cm (afb. 4). Wanneer we nu dit mesheft vergelijken met Maurits op het genoemde schilderij, vallen onmiddellijk een aantal overeenkomsten op. Zo vertoont het gezicht een frappante overeenkomst, maar nog sterker is het speciale harnas met de sjerp. Het kan haast niet anders dan dat de maker deze afbeelding voor zich had bij het ontwerp van dit heft. Ook de datering van andere vondsten uit deze storthoop - nl. 1600-1700 - maken een toeschrijving van de figuur op het mesheft aan Maurits zeer aannemelijk. Typen mesheften Vanaf het einde van de Middeleeuwen (circa 1500) wordt in toenemende mate metaal toegepast op mesheften. Zijn het eerst nog bescheiden, kleine gegraveerde koperen of messing plaatjes waarmee wordt gewerkt, al gauw breidt zich dat uit tot complete heften in messing, vaak voorzien van graveringen welke in die tijd populaire heiligen voorstellen, (afb. 5).1 In de zestiende eeuw gaat men over tot gegoten mesheften, waarop vaak menselijke figuren worden uitgebeeld. Zo zijn er afbeeldingen bekend van heften met daarop een man en vrouw naar elkaar toegewend, of een doedelzakspelende Moor compleet met tulband, in borstbeeld- of standbeeldtype, in de zeventiende eeuw gevolgd door afbeeldingen van een jager compleet met jachtgeweer en met 'Jonas in de walvis'. Ook vorstelijke personen worden uitgebeeld, zoals te zien is op een mesheft van stadhouder Willem III, dat nu behoort tot de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam.2 De schrijver van Koper en Brons suggereert dat dit mesheft onderdeel is geweest van een stel, waarbij het heft van de vork de figuur uitbeeldde van Maria Stuart (1662-1695), gemalin van Willem III. Deze laatste suggestie is twijfelachtig omdat tot in de achttiende eeuw het bestek niet tot de gebruikelijke Afb. 4. Mesheft met staande man, vermoedelijk Maurits. Lengte: 8.5 cm. Bodemvondst Middelburg, 1983. Part. Collectie. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 34