van de Braakman ongeveer tien keer zo groot te zijn als ten oosten van deze voormalige zeearm: in het westelijke gedeelte worden 34 van de 47 eindgroepen doorbroken, terwijl dat in het oostelijk gelegen gebied slechts bij 4 van de 58 groepen het geval is: 2 in het Land van Axel, 2 in de Centrale Grensstreek (zie kaart 2). Op de kaarten die de situatie in Zeeuws-Vlaanderen illustreren, heb ik steeds met een zwart rondje de zuidelijke en met een wit rondje de noordelijke variant genoteerd. Het Zeeuws-Vlaamse dialectlandschap blijkt een natuurlijke eenheid te vormen met dat van de aangrenzende Vlaamse regio: een terraslandschap dat van west naar oost afloopt. 2. 'Dubbel gaan Baert De Meersman (1981) hebben aan de hand van een enquête onder dialectsprekers het dubbele gebruik van gaan in kaart gebracht.De resultaten van hun onderzoek zijn weergegeven op kaart 3. Ook bij dit syntactische verschijnsel kunnen we in Vlaanderen een west oost-terras- landschap constateren. Over de betekenis van dit 'dubbel gaan' is in de vakliteratuur geen eenstemmigheid. In gesprekken met dialectsprekers hierover viel me op dat zij deze constructie alleen mogelijk achten als er sprake is van een activiteit in de zeer nabije toekomst waarbij een verplaatsing plaatsvindt. Ik ga gaan slapen kan alleen gezegd worden als de spreker op het punt staat naar bed te gaan, waarbij hij zich moet verplaatsen om het voornemen te realiseren. Indien de spreker al in bed ligt en bijvoorbeeld eerst nog enige tijd heeft liggen lezen, is 'dubbel gaan' niet aan de orde, evenmin wanneer hij de bedoeling heeft om pas na verloop van tijd naar bed te gaan. De betekenis 'op het punt staan om' is blijkbaar lang niet altijd noodzakelijk voor het gebruiken van 'dubbel gaan': op de dialectband van Sluis zegt de Vlaamse interviewer naar aanleiding van de gewoonte van de geïnterviewde op een bepaalde plaats in Vlaanderen te gaan jagen: Gao je dao(r) gaon schieten? (Sluis: 295). In Oostburg stelde zeer recent iemand me met Die gaon naor een bejaordenweuninkje gaon ver(h)uzen op de hoogte van een verhuizing die pas over enkele maanden zou plaatsvinden. Wat dialectsprekers doen, is dus niet altijd in overeenstemming met wat ze zeggen te doen. Wellicht kan er aan het gebruik van 'dubbel gaan' toch een eenduidiger uitgangspunt ten grondslag liggen. Het enkelvoudige gaan, bijvoorbeeld in Ik ga vissen duidt slechts aan dat iets in de toekomst gaat gebeuren, hier is geen sprake van een noodzakelijke verplaatsing. Dezelfde futurale betekenis is aan de orde bij Ik ga slapen: de spreker ligt al in bed, heeft wellicht liggen lezen en deelt mee dat hij 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 42