3. Niet veel (niet) meer
Ook bij niet veel (niet) meer blijkt het Vlaamse dialectlandschap in Zeeuws-Vlaanderen door te
lopen. Op basis van RND-gegevens concludeert Vanacker (1965: 43) dat men, op enkele plaatsen
na, van Oost-Vlaanderen tot aan het zuidwestelijke deel van Belgisch Limburg niet veel niet meer
gebruikt in plaats van niet veel meer, dat in het grootste gedeelte van West-Vlaanderen en
Nederland de gangbare vorm is (zie kaart 5). De paar plaatsen in Nederland waar niet veel niet meer
aangetroffen wordt, liggen in Zeeuws-Vlaanderen: naast een paar keer in West-Zeeuws-Vlaanderen
komt deze constructie met name voor in het Land van Hulst en de centrale en oostelijke grensstreek.
Kaart 5: niet veel (niet) meer (Vanacker).
Vergelijken we de resultaten van de RND-dialectenquête met die van de analyse van de 39
dialectbanden uit Zeeuws-Vlaanderen, dan blijkt weer een opvallende overeenkomst. In Zeeuws-
Vlaanderen wordt alleen in het Land van Hulst en de centrale en oostelijke grensstreek (zelfs in de
meerderheid van de gevallen) niet veel niet meer gebruikt in plaats van het standaardtalige en Zeeuwse
niet veel meer (kaart 6). Dit syntagma wordt dus in Zeeuws-Vlaanderen aangetroffen in de dialecten
die het meest met het Oost-Vlaams verwant zijn. Voorbeelden hiervan zijn Jao maor da(twor(dt)
nie(t) veel nie(t) mee(r) gedaon (Westdorpe) en D'r zien d'r nie(t) veel nie(t) me(e)r (h)oor (Clinge).
42