bepaalde streek of stad. Het Zeeuwse deeltje is het achttiende van de reeks van twintig (o.a. Amsterdams, Gronings, West-Brabants, Drents, Taal van de Wadden). In Nederlandstalig België verschijnen eind dit jaar en begin volgend jaar ook nog eens zeven deeltjes. Deze reeks is bedoeld voor iedereen die in de dialecten die in Nederland en Vlaanderen gesproken worden, geïnteresseerd is. De reeks heeft een vrij vast stramien, maar wordt door de diverse auteurs elk op hun eigen manier ingevuld. Dat betekent dat de boekjes toch elk hun eigen invalshoek hebben, maar dat er in elk boekje ongeveer dezelfde aspecten aan bod komen. Het Zeeuwse deel is geschreven door Lo van Driel, geboren in Temeuzen (1944). Hij werkt als taalkundige bij de Hogeschool Rotterdam. Eerder publiceerde hij o.a. een lijvig boek over J.H. Van Dale, de bekende woordenboekmaker uit Sluis. In het boekje van 120 blz. heeft hij het over de Zeeuwse dialecten. In de inleiding kan hij het niet laten de eeuwige problematiek van definities even aan te halen: Zeeuws, het Zeeuws, Zeeuws dialect en Zeeuwse dialecten. Het zijn minimale verschillen die voor de ene blijkbaar belangrijker zijn dan voor de andere. Maar dit boekje is niet geschreven om daarover te discussiëren, het wil enkel een beeld geven van de in Zeeland gesproken dialecten, en dat kan geen volledige studie zijn wegens het beperkte aantal bladzijden. Alle boekjes uit deze reeks zijn ongeveer even dik. Lo van Driel is er zich dus wel van bewust 'dat hij enkel een aantal voor de in Zeeland gesproken dialecten min of meer typerende verschijnselen, woorden en uitdrukkingen' presenteert. In een eerste deeltje geeft hij een overzicht van de Zeeuwse dialecten aan de hand van de Parabel van de verloren zoon die door J. Winkler eind 19de eeuw in heel het Nederlandstalige gebied is opgevraagd. Daarna volgen de hoofdstukken klank-, woord- en zinsverschijnselen. In een zesde hoofdstuk gaat hij dieper in op enkele Zeeuwse woorden en uitdrukkingen. Zo bespreekt hij onder andere kacheltje, kruum an der broek, neukedeunen, keuteprie en nog enkele andere. Daarna volgen nog lijstjes met Nederlandse woorden met een Zeeuws betekenisaspect, woorden die een bitje Zeeuws zijn en woorden die ontleend zijn aan het Frans. Voor het schrijven van dit boekje heeft Lo van Driel vaak gebruik gemaakt van het Woordenboek van de Zeeuwsche Dialecten en van de diverse regioboeken. Hieruit mag weer eens blijken dat dankzij het vele werk van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek onderzoekers van nu heel wat materiaal kunnen benutten en beschrijven. Voor Zeeuwssprekenden, en zeker die Zeeuwen die geïnteresseerd zijn in de Zeeuwse dialecten, zal het boekje een gevoel van herkenning teweegbrengen. Echt nieuwe dingen zal men er niet in aantreffen. Anderen, die minder bekend zijn met de Zeeuwse dialecten, zullen er ongetwijfeld wel veel van leren. Het boekje presenteert - zoals de auteur het in de inleiding ook zegt - alleen 'een indruk van de in Zeeland gesproken dialecten' Het biedt een mooie kennismaking voor wie wat meer wil weten over het Zeeuws. Het is de eerste keer dat er voor een breed publiek een dergelijk boek is geschreven, en dat maakt het zeker een hebbedingetje voor iedereen die in taal, en in het Zeeuws in het bijzonder, geïnteresseerd is. Het boek Taal in stad en land: Zeeuws (ISBN: 9012090172) is te koop in de boekhandel voor 12,50.Voor wie geïnteresseerd is in de andere boeken van deze reeks verwijzen we naar de website waarop deze boekjes worden gepresenteerd: http://www.taalinstadenland.nl. en waar u de boeken ook kunt bestellen. Voor meer inlichtingen kunt u ook terecht bij de boekhandel of bij Sdu Uitgeverij (070) 378 99 11 - fax (070) 385 43 21). Veronique de Tier 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 53