160. [...a]n dierelijn moy sijn si die daer gat
164. krakelinghe wit ghezoden broet al heet
krakelinghe
168. die wille drincken
goeden koelen wijn die gae in den
moerboom
170. Ic hebbe kersen ripe kersen al ripe kersen
173. groet tornoyse
175. Wie sal dit ghelach betalen kinderen
zitten wy hier yet lang het sal d'rons
176. loep hale groet sluse
mosselen hale hale hale
hinderen al an ons goet
182. Ic prijs die mosselen voer den zalm daer
182. ter zee teemsen kan ic
maken vele bet
es so goede cluving an
187. [,.a]n mijn lief geraken wy souden
187. Neemt waer ten viere
daer achter want daer es te doene
ons generen wel ende driuen jolijt
ende spel so wel kan ic an teemsen
192. die men niet verbliden en mach
hi nes gheenre dueght gewone
Noten
1H. Hollander, Leos Janacek, his life and work (transl. P. Hamburger), London 1963. De foto tegenover pagina 80.
2. E. Vermeulen, Welluidend straatrumoer, Vrije geluiden nr. 13, 2000, 9.
3. Zie de cd Les cris de Paris. Chansons de Janequin Sermisy door het ensemble Clément Jannequin onder leiding van
Dominique Visse, Harmonia Mundi France HMT 7901072. J. Huizinga, Herfsttij der middeleeuwen, z.p. 1997 (22), 297.
4. Vermeulen, 9-11.
5. H. Wagenaar-Nolthenius, Nederlands muziekleven in de Middeleeuwen. Utrecht 1958, 18.
6. F.K.H. Kossmann, De Nederlandse straatzanger en zijn liederen in vroeger eeuwen. Amsterdam 1941, 11-12.
7. J. van Vloten, 't Spel van Tilleghem.' door Comelis Everaert in: H.Q. Janssen, J.H. van Dale, Bijdragen tot de
Oudheidkunde en Geschiedenis inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen (BOGZ), VI, Middelburg 1863, 226-236.
8. J.W. Muller, Brokstukken van middeleeuwse meerstemmige liederen, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal en
Letterkunde 25, 41-42.
9. Kossmann, 10-11.
10. Bijvoorbeeld Pieter Breughel, Jacobus Vrel en David Vinckeboom.
11. J.D. Janssens, V. Uyttersprot, L. Dewachter, Egidius waer bestu bleven. Liederen uit het Gruuthuuse-manuscript,
Leuven 1992, 79.
12. A. 's Gravezande, De Stadsrekeningen van Middelburg van 1450 en 1469 in: Janssen, Van Dale, BOGZ. VI, Middelburg
1858, 126, 130.
13. E, Verwijs, J. Verdam, Middelnederlandsch Woordenboek. III, 's Gravenhage 1894, 1200.
14. A. van Nimwegen (ed.). Over De Vos Reinaert Utrecht/Antwerpen 1979, 18.
15. Zie nootnr. 13.
16. Uit: Heinric van Aken, Roman van Heinric en Margareta van Limborch, geciteerd in: ibidem, 1200.
17. J. Diecprich, Correspondance des Magistrats d'Ypres députés a Gand et a Bruges pendant les troubles de Flandres sous
Maximilien, Annales de la Société d'Emulation. 13, 1853, 133.
18. G.A. Vorsterman van Oyen, Rechtsbronnen van Aardenburg, Middelburg 1892, 114 143), 137 290).
19. Merkwaardig genoeg niet genoemd in W. Bosmans, Traditionele muziek in Vlaanderen, Leuven, 2002, bv. 24.
20. Universiteitsbibliotheek, Utrecht, no. 1846? (olim 37), f. II Av-IIBr.
21. Muller, 7-10. Datering van het handschrift volgens R. Lenaerts, Het Nederlands polifonies lied in de zestiende eeuw,
Mechelen 1933, 7. Gevolgd door E. Stam, Het Utrechtse fragment van een Zeeuws-Vlaamse markt-roepen-motetus,
Tijdschrift van de Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis 21, 1968, 25. Schreurs, 33 heeft c. 1400, maar
dateert daar waarschijnlijk niet het handschrift, maar het lied. Stam, 25 spreekt van zes liederen. D. Hogenelst. M.
Rierink, Praalzucht, professionalisme en privé-collecties. De functie van Middelnederlandse profane liedverzamelingen
rond 1400 in: F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam 1992, 31.
22. Een duidelijke afbeelding in E. Schreurs, Anthologie van muziekfragmenten uit de Lage Landen (Middeleeuwen-
Renaissance), Leuven/Peer 1995, 33.
23. Ofschoon niet zonder interpretatieproblemen, is de reconstructie van Stam, 31-36, als het ware uitvoeringsgereed.
24. Voor een verklaring van de woorden cf. Muller, 32-37. Commentaar: P. Leendertsz jr., Straatroepen, Tijdschrift voor
Nederlandsche Taal en Letterkunde 25, 316; antwoord hierop: J.W. Muller, Naschrift, Tijdschrift voor Nederlandsche
Taal en Letterkunde 25, 318-320.
25. J.A.A.M. Biemans, Roeien met de riemen van de buren. Medioneerlandistiek en Middelnederlandse handschriftkunde
in: F. van Oostrom, e.a., Misselike tonghe. De Middelnederlandse letterkunde in interdisciplinair verband, Amsterdam,
1991, 82-97.
21