26. Volgens J.W. Bonda, De meerstemmige Nederlandse liederen van de vijftiende en de zestiende eeuw, Hilversum 1996, 105. moeten de Leidse, Utrechtse en Amsterdamse fragmenten hebben behoord tot het muzikale repertoire van het Hollandse hof. De argumentatie lijkt mij te weinig gedetailleerd. Cf. ook R. Wegman, New Light on Secular Polyphony at the Court of Holland in the Early Fifteenth Century. The Amsterdam Fragments, Journal of Royal Musical Association. 117, 1992, 181-207. 27. E. Schreurs, Het Nederlandse polifonies lied, Peer 1986, 20. D. Hogenelst, M. Rierink, 31. A. Janse, De hoofse liedcultuur aan het Hollandse-Beierse hof omstreeks 1400 in: F. Willaert, 130. F. van Oostrom, Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400, Amsterdam 1996, 87-91. 28. J.A. Mertens, Biervliet, een laat-middeleeuws centrum van zoutwinning (le helft XVe eeuw). Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, deel XVII-1963. 15. 29. Cf. J. van Dale, Reglement op de scheepvaart en heffing van tol op het Zwin in: Janssen, Van Dale, BOGZ, V, Middelburg 1868, 1-139. Hierin, m.n. in Sluis: bonen, 80; mosselen, 75; batterien; bekkens, potten en ketels, 77, 78, 105; bekers, drinkglazen, 77, 78, 85; cordeware, reepgaren, 83, 107, haring, 83, 88; fruit, 83; kaarsen, 93; kersen, 95; komijn, 97; mosterd, 103; wijn, 118. zalm, 119; zout, 120. Voor de producten in Dainme zie: L. Macquet. Histoire de la ville de Damme, de ses institutions civile et politiques et de ses monuments, Bruges 1892, 117-132. 30. P. Meesters, Geschiedenis van Sluis, Tilburg 1980 (repr. 1830), 36, 31. Verwijs, Verdam, 1638 geeft het als naam van een licht, later zwaar bier en verwijst naar de keure van Roeselaere van 1544. Blijkens E.N.. Klein bier, Biekorf, 67, 1966, 5-6, 183 wordt knollaert er in 1685 gerekend tot een edele lokale biersoort. Elders, bijvoorbeeld in Antwerpen en Delft, wordt knol of cnol gebezigd. 32. Evenmin in de plaatsen genoemd in P.J. Meertens. Middeleeuwse en moderne straatnaamgeving, Amsterdam 1953. T. Stol, De straatnamen van middeleeuws Middelburg, Archief, 1979, 186-254. In Antwerpen komt een Duinstraat voor, maar deze naam is van vrij recente oorsprong en heette eertijds anders, R. vande Weghe, Geschiedenis van de Antwerpse straatnamen, Antwerpen 1977, 127. Nabij Sint-Nicolaas-in-Vame, het oude Langaardenburg in Meetjesland, lag wel een Dirkinsweg, maar deze liep door ruraal gebied en heeft dus niets van de stedelijke omgeving die uit het lied spreekt, laat staan dat er een stoof gestaan zou hebben. G.M.E. Gottschalk, Historische geografie van westelijk Zeeuws- Vlaanderen, I, Assen, 1983, p. 77: 'via Dirkini' (1282). 33. J.H. van Dale. Naamlijst van de poorten, torens, steegers, markten, straten enz, der stad Sluis. Middelburg, 1875, 16 (Dinsdagstraat), 47 (Stoofstraat), 34. Cf, E. van den Berg, Over het lokaliseren van Middelnederlandse rijmteksten. Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie van Nederlandse taal- en letterkunde, 1986, 320v. 35. Geraadpleegd werden: F.A. Stoett, Middelnederlandsche Spraakkunst. Syntaxis, 's-Gravenhage, 1923?, J. Jacobs. Het Westvlaamsch, Groningen/Den Haag. 1927. P. Van Haverbeke, De 13de-eeuwse Middelnederlandse Oorkondentaal te Brugge en omgeving. Gent, 1955, A. Berteloot, Bijdrage tot een klankatlas van het dertiende-eeuwse Middelnederlands, I-II, Gent, 1984. M. Mooijaart, Atlas van vroegmiddelnederlandse taalvarianten. Utrecht 1992 en A. Berteloot. Of ghi yet wilt spreect ieghen mi in Dietsche dat iet mach verstaen in: R. Jansen-Sieben, J. Janssens, F. Willaert, Medioneerlandistiek. Een inleiding tot de Middelnederlandse letterkunde, Hilversum, 2000, 23-38. 36. Voorbeelden van (sociaal-)cultureel gepromoveerde liederen met een volks thema, bijvoorbeeld het Kerelslied en het zojuist genoemde Het zoude een schamel meersenier, beide uit het vijftiende-eeuwse Gruuthuusehandschrift. 37. K.H. Wömer. Geschiedenis van de muziek, Utrecht/Antwerpen 1974, 114, 118. 38. Schreurs, 30. Wagenaar-Nolthenius, 18, denkt aan een ontlening aan een Italiaanse vorm, in het bijzonderde caccia. Dit blijkt onjuist. Stam, 225 (aan wie ik de gegevens over de muzikale kwaliteit van het lied ontleen). E. Wömer. 125. 128- 129. A. Hughes (red.). Early medieval music up to 1300 (New History of Music, vol. II), London, e.e. 1969 (5), 350- 352. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 24