Baalbergen het tweede algemene hoofdstuk, 'Groeiend naar eenheid. De staatkundige en militaire
geschiedenis van Zeeland in hoofdlijnen' voor zijn rekening.
De drie inleidende hoofdstukken vertonen overigens wel enige overlap; zo staan zowel Beenhakker
als De Kruijf stil bij het Romeinse castellum van Aardenburg en de vroegmiddeleeuwse
ringwalburgen. Het is een bij dergelijke brede overzichten onvermijdelijk euvel.
Een al even onvermijdelijke, met het encyclopedische karakter van de Atlas samenhangende trek is
de aanwezigheid van detailfoutjes hier en daar. De bijdragen putten natuurlijk vooral uit de
bestaande literatuur, die óók niet feilloos is. Wel worden nauwkeurigheid en zelfs volledigheid
verdienstelijk nagestreefd: zo noemen De Klerk en Moerland, auteurs van de afdeling De
Bevelanden, zelfs de onaanzienlijke redoutjes tussen Goes en Kattendijke, die we kennen van de
Visscher-Romankaart uit 1656 en waarnaar kort geleden in verband met Goese bouwplannen nog
naarstig is gespeurd door een archeologisch bureau - naar ik verwacht zonder heuglijk resultaat.
Een stevig en van feiten uitpuilend naslagwerk, deze Atlas, waarvan gebruikers van allerlei slag nog
lange jaren nut en plezier zullen hebben.
Jan Kuipers
33