goede fragmenten zijn om een aantal kenmerken van het dialect toe te lichten aan zowel Zeeuwen als niet-Zeeuwen. Op basis van de diverse regio's zal een selectie gemaakt worden van fragmenten. Dat kan alleen als we een goed beeld hebben van het bestaande materiaal. En daarvoor heb ik de hulp nodig van vrijwilligers. Om de verdeling per regio aan te houden, is al gesuggereerd om de vroegere correctiegroepen van het Supplement als basis te nemen. Voor elke regio kunnen een aantal vrijwilligers samenkomen om een dialectopname te beluisteren en te transcriberen. De opnamen zijn gemaakt in de jaren '60 en '70 door het Meertens Instituut in Amsterdam. Het is de bedoeling vrij vroeg in het voorjaar te starten met dit project en samen met de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek hopen we op die manier een aantal bandopnamen te ontsluiten voor een groter publiek. Voor de taaikamer zijn slechts enkele fragmenten nodig, maar dit geluidsarchief heeft nog veel meer te bieden. Van sommige opnamen kennen we de korte inhoud, van enkele opnamen nog niet. Als we samen met de diverse regiogroepjes dit geluidsarchief wat kunnen ontsluiten, kan het gesproken materiaal ook voor andere doeleinden gemakkelijker geraadpleegd en gebruikt worden. Wat de 'Zeeuwse taaikamer' betreft, hopen we de geluidsfragmenten verder aan te vullen met streektaalmuziek en verhalen in de streektaal. Verder wordt aan een didactisch luik gedacht, b.v. een brochure, waarin voor scholieren en andere geïnteresseerden extra-informatie wordt gegeven over het Zeeuws, de geschiedenis, de specifieke kenmerken enz. Wie van jullie interesse heeft om volgend jaar aan dit project mee te werken in de diverse regiogroepen, kan meer informatie krijgen bij de consulent (v.de.tier@UGent.be, 0118-670 883, Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, postbus 49, 4330 AA Middelburg). De Nederlandse Dialectendag Behalve de Zeeuwse Dialectdag bestaat er ook nog het grotere broertje, de tweejaarlijkse Nederlandse Dialectendag. Die dag is inmiddels een begrip in de wereld van de streektaalliefhebbers. De Zeeuwse streektaalliefhebbers kennen deze dag uiteraard wat beter sinds de zevende editie die in Middelburg plaatsvond, op een mooie maartse zaterdag in 2003. Dit keer is het iets verder weg, maar het is een mooie gelegenheid om er een weekendje op uit te trekken, toch? Bij iedere dag staat een thema centraal. Het thema van de achtste dialectendag is Proeven van dialect. De dialectvariatie in het Nederlandse taalgebied voor allerlei zaken die in de keukensfeer thuishoren staat centraal. Dat betekent niet dat het accent op streektaalgerechten ligt, al krijgt dat onderwerp wel een plaatsje op de dialectendag. Het gaat echter in de eerste plaats om dialectbenamingen voor alledaagse etenswaren en instrumenten uit de keuken: welke dialectbenamingen zijn er voor de 'aardappel' of de 'ui' in het Nederlandse taalgebied? Wat heeft het Zeeuwse juun te maken met het Nederlandse uil Klinkt de Brabantse 'vork' anders dan de 'Gelderse'? En welke uitdrukkingen gebruikt men in de verschillende dialectregio's om naar (te) slappe koffie te verwijzen... In het Woordenboek van de Zeeuwse Dialecten vind je al direct een paar mooie woorden. Het thema laat vele invalshoeken toe en staat dan ook garant voor een heel gevarieerd programma. De achtste Nederlandse Dialectendag zal plaatsvinden in congrescentrum De Reehorst in Ede (Gelderland) op 12 maart 2005. Zoals gewoonlijk is er 's ochtends een plenair gedeelte. Jan Stroop zal de dialectvariatie voor een aantal groente- en fruitbegrippen illustreren met voorbeelden uit het hele Nederlandse taalgebied. Joep Kruijssen bekijkt de Romaanse invloeden in de dialectkeuken en Derk-Jan Eppink is de bekende Nederlander, of beter: Nederbelg. Hij groeide op in de Achterhoek, verruilde begin jaren '90 zijn baan als politiek redacteur bij het NRC Handelsblad voor een baan bij 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 45