Sinterkloas Op het podium is er champagne voor de ridders, het bestuur en de hoogwaardigheidsbekleders, maar de zaal krijgt de sprankelende muziek van Anja Kopmels voorgeschoteld. Hoewel ik graag champagne mag drinken, beleef ik minstens zo veel plezier aan haar optreden. Dat ze niet gespeend is van humor blijkt al aan het begin. De geluidskwaliteit is niet optimaal, en oud-zaaleigenaar Jan Oosthoek komt naar het podium om dit te regelen, onder het commentaar van Anja: 'Jan gaèt naè de knoppen. Uiteraard worden hier de geluidsknoppen mee bedoeld, en kan ook Jan ongedeerd genieten van haar humoristische 'Sinterkloasliedje', nostalgische 'Weg mie boamen', 'Op de valrêêpe' en 'Vuülte op 't strand'. Anja gaf aan geëmotioneerd te zijn door de uitreiking van de ridderordes, maar persoonlijk werd ik meer geraakt door haar 'Twi mêêuwen'. Kerstman Zoals altijd valt mij de gelijkenis met de Kerstman op als Professor Taeldeman het spreekgestoelte betreedt om te verhalen over de rijkdom van tweetaligheid. En ook hij blijkt een échte kindervriend die cadeautjes komt brengen. Wat het cadeautje in dit geval is? Al jaren probeer ik leeftijdsgenoten te overtuigen hun kinderen in het Zeeuws op te voeden, maar krijg bijna altijd nul op rekest. En nu geeft hij mij zomaar de 'taaiturbo' cadeau. Het blijkt dat kinderen al vroeg verschillende talen kunnen aanleren. Hoe sneller je daarmee begint, des te sneller wordt hun 'taaiturbo' aangezet; het vermogen om andere talen tot zich te nemen. In Nederland en Vlaanderen worden talen pas later onderwezen, en dan blijft de 'taaiturbo' ondergebruikt en kan zelfs afsterven, waardoor men op den duur taaldoof kan worden. Wie thuis tweetalig wordt opgevoed, met bijvoorbeeld Zeeuws naast het Standaardnederlands, heeft een vroeg aangezette taaiturbo en kan later ook makkelijker vreemde talen aanleren. Voorwaarde is dan wel dat men consequent is: bijvoorbeeld als thuis alleen Zeeuws gesproken wordt en op school alleen Standaardnederlands, of als de ene ouder thuis alleen Zeeuws spreekt en de andere ouder alleen Standaardnederlands. Toch ben ik het niet helemaal met de Kerstman eens: volgens Taeldeman is het weinig zinvol om dialectlessen op school te geven. Volgens hem is dat 'vijf na twaalf'. Persoonlijk denk ik dat voor die ouders die het als een nadeel hebben ervaren dat ze in het dialect zijn opgevoed, het een optie zou zijn om de taaiturbo van hun kinderen op school aan te laten zetten. Als deze kinderen dan de voordelen van het dialect op school meekrijgen, zijn zij mogelijk genegen om hun kinderen weer wel in het dialect op te voeden. Taeldeman oppert dat dialect een veel rijkere taal is dan het Algemeen Nederlands. Het dialect is namelijk spontaan gegroeid, maar het Algemeen Nederlands is een taal waarin veel is gesnoeid. Overigens is uit onderzoek van de laatste twintig jaar gebleken dat de beste sprekers van het Algemeen Nederlands thuis dialect hebben geleerd! De moraal van Taeldemans verhaal: gebruik de taaiturbo en voed kinderen zo vroeg mogelijk tweetalig op. Voorwaar een prachtig cadeau van een kerstman met noch een bruin, noch een rood pak. Mooi Zeeuws De dialectwedstrijd waarbij aan de Zeeuwse bevolking gevraagd is de vereniging deelgenoot te maken van hun favoriete Zeeuwse woord en uitdrukking is een groot succes. Op de Dialectdag waren zo'n 300 aanmeldingen binnen. Het meest ingezonden woord is op dit moment 'hostemokke' en de meest ingezonden uitdrukking 'laèmaketalanka'. De jury die op 20 november mag gaan beoordelen welk woord en uitdrukking zich voortaan 'mooiste Zeeuws' mogen noemen krijgt het nog moeilijk. Want hoe beoordeel je het antwoord van een 95-jarige vrouw op de vraag van haar 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 55