a
paard
kwoi
P
kes
vool
0
koi
T
kas
neps
kwi
B
kasseperd
<3
bai
kwahau
ol
pai
■u
hau
O
poei
kojo
kof
poel
heuj
hop
poet
woorden en levert dan combinaties op van het type beljae, belnee (en vervoegde vormen beljaek
beljaetenz. Ook bekend, maar al iets meer verouderd, is belofjaet of belofneent. Volgens het WZL
wordt bel in het Land van Hulst niet gebruikt, en gebruikt men er het meer Vlaamse ba bajao
baneen). Naast bel en wel, komt ook el voor. El en zijn minder nadrukkelijke nevenvormen vai
bèl en bè. In plaats van bel bel, kun je dus ook elelelel horen. Het aantal éllen is evenrecdig met dt
grootte van de verbazing, verrassing, etc. Een van de vier invullers gebruikt ellebele, '1 is tendenut
een andere el el elle.
1.5. Kwa, zei buure, en ze bleef nog een uure
Kwa wordt in het WZD verklaard als 'komaan'. Kwa kwa werd onder andere ook gebruikt on
paarden of koeien naar het hek te lokken. Varianten zijn dan kwè kwè, of kweu kweu of kahauw. He
WZD vermeldt voor Tholen de verouderde roep kèchan, kachan ofkohoa. Moeten we de betekenis
van dit kwa zoeken in roepwoorden voor dieren? Op de kaart van Van Bakel met de lokwoorden
voor paard zien we in Zeeland dat de variant kwahau vrij vaak voorkomt. Van Bakel vermoedt dal
dergelijke vormen ingeburgerde verkortingen zijn uit 'kom maar, kom maar gauw, e.d.'. WZL
noteert het zinnetje Kwa, zei buure, en ze bleef nog een uure voor 'iemand die altijd blijft plakken'
t*J
CO
CU
NJTN
0
Uitsnede van Zeeland
uit de kaart
Lokwoorden voor het
paard in de
Nederlandse dialecten
van Jan van Bakel
(Bakel, J. van (1996):
Lokwoorden voor
huisdieren in
Nederland, blz36.)