28. Luchtig geklopte room waaraan suiker is toegevoegd, vaak gebruikt bij het versieren vas
gebak? Slagroom Zeeland algemeen. LvH. (Lam../Kt.: geslaogen room).
29. De gele substantie die na het karnen van volle melk overblijft? Ze wordt op de boterhar
gesmeerd of gebruikt bij het bakken. Beuter W.(Kod.: weibeuter
boerebeuter,Ok.:Osb.);ZB.(Bsl.; Gpol.: Hrh., Kwd.. Ndp. en Ovz./Dw.: röömbeuter, Kn.; Ktg.
Kwd.: Ril.: boter): butter NB. (Ks.); T. röömbutter, goeie butter (Ovm.; Scherp.; Svn.; Tin.; Phi.)
SchD. (Otl.; Rns.); ZVW. beuter (Cz./Zzd.; Nvt.); LvA. boereboter (Ax./Zsg.); LvH. (beste) boter)
GOfl. (Odp.: butter).
30. Boter die op een boerderij gemaakt wordt? Boerebeuter W.(Kod.;Ok.;Osb.: eihe gemaekt
beuter):ZB.(Bsl.; Gpol.; Ha.; Hrh.; Ier.; Kn.; Ktg.; Kwd.; Ndp.; Ovz./Dw.; Ril.: roomboter)
boerebutter NB. (Ks.); T. Anl.; Ovm.; Scherp.; Svn.; Phi.); SchD. (Otl.: Rns.); ZVW. boerebeute
Cz./ZzdNvt.); LvA. boereboter (Ax./Zsg.); LvH. en ZVO-zd.: boereboter, beste boterGOfl
(Odp.: boerebutter).
31. Boter die in een melkerij gemaakt wordt? Fabrieksbeuter W.(Ok.;Osb.: eihe gemaekt
beuterZB. (Hrh.: Ier.: röömbeuterKn.; Ktg.; Kwd.: Ndp.; Ovz./Dw.; Ril.: fabrieksboter)
fabrieksbutterT. (Anl.; Ovm.: röömbutterScherp.; Svn.; Phi.); SchD. (Rns.); ZVW.fabrieksbeute
(Cz./Zzd.; Nvt.); LvA. boter (Ax./Zsg.); LvH. fabrieksboter): GOfl. (Odp.: febrieksbutter).
32. Een klomp boter? W. een klonte beuter (Ok.;Osb.);ZB. een klute klonte beuter (Bsl.: een pom
Gpol.. Ha. en Ier.: 'n dotte /butter: Hrh.; Kn.; Kwd.; Ndp.: klompe Ovz./Dw.); 'n klontt
butter NB. (Ks.); T. (Ovm. ook 'ompe, stikje, doddetje: Svn.: 'n dodde Phi.); SchD. (Otl.: 'r
klonte Rns.: 'n klompe ZVW. 'n klute beuter (CZ./Zzd.; Nvt. ook'n klotte): LvA. 'n doth
boter, 'n klodder 'n klute LvH. ne kluit boter,
33. Boter die kunstmatig gemaakt wordt met verschillende soorten vetten? Margarine
margerine, maggerine, magriene W.(Ok. ook beuter): ZB. (Gpol. ook burgerbeuter, oud: Hrh., Ier
en Kn. ook kunstbeuterOvz./Dw. ook bleu band: RIL: fdo)\ T. (Ovm..Scherp, en Phi. ooi
kunstbutter): SchD. (Otl.; aantek. Otl.: mijn moeder noemde het vroeger 'klappa' naar eei
merknaam van margarine); ZVW. (Cz./Zzd. ook kunstbeuter)', LvA; LvH.; ZVO-zd.; GOfl. (Odp
ook ouwe tjomp).
34. Boter vermengd met bruine suiker dat als broodbeleg wordt gebruikt? W.(Kod.: pasta:Ok.
beutersuker): ZVW. sukervet (Cz./Zzd.: en indien vermengd mee strope is het stroopvet: Nvt.);
35. Lichtjes zuur smakende melk die na het karnen overblijft? W.kaernemelk (Kod.;Osb ZB
kerremelk, kaeremelk (Bsl.; Gpol.; Ha.; Hrh.; Ier.; Kn.; Ktg.; Kwd.; Ndp.; Ovz./Dw.; Ril.
kernemelk): kaer(n)emelk NB. (Ks.); T. (Anl.; Ovm.; Scherp.; Svn.; Tin.; Phi.); SchD. (Otl.; Rns.)
ZVW. kèremelk (Cz./Zzd.; Nvt.); LvH. kjèrremelk, kjèrnemelk: ZVO-zd (Kw.: kerremelk): GOfl
(Odp.: kaernemelk).
36. De vloeistof die men overhoudt nadat men karnemelk nogmaals van het resterende ve
ontdaan heeft? Eventueel voegt men zelfs water toe. Soms wordt ze door de mens gebruikt on
er pap van te koken. Ondermelk W.(Kod.,Ok.: we/;0sb.); ZB. (Ha. en RIL: vlotemelk, taptemelk
ontroomde melk; Hrh.; Kwd., Ndp. en Ovz./Dw. ook wei): T. (Ovm. en Scherp, ook: taptemelk
Tin.); SchD. (Rns.: taptemelk): ZVW. (Cz./Zzd. en Nvt.: scheiweie):
37. Het vlies dat op gekookte melk komt wanneer ze weer afkoelt? ('t)Vel(letje) Zeelanc
algemeen.
2. Ijs
38. Een ijsje in het algemeen? Het kan in een potje of op een stokje zitten, in een hoorntje o
tussen platte koeken. W. ijsco (Kod.;Ok.: ijsje): ZB. ijsje (Gpol. en Ier. ook ijskouwtje: Ha.
Hrh.. Ndp. en Ovz./Dw. ook ijsco: Kn.: iesco: Ktg. aantek: ijs wordt in deze betekenis nooi
uitgesproken als ies: Kwd. ook ijscootje: RIL: iesje): NB. (Ks.: ijsje): T. iesje (Anl.; Ovm.
50