Frits Smulders en Erik van der Doe (samenst. en red.), Hein Kluiver. Een Zeeuws cultuurhistoricus
(Middelburg/Zierikzee 2003), 383 blz., met zwart/wit- en kleurenillustraties, gebonden. ISBN 90-
9017188-6, 35,-.
Goede wijn behoeft geen krans en een goed boek is voor de eeuwigheid. Een passende beginzin om
een ietwat verlate recensie van bovengenoemde bundel te vergoelijken. Maar de aanloop tot deze
publicatie kende ook enkele strubbelingen.
Op 16 december 1998 overleed op 56-jarige leeftijd Jan Flendrik Kluiver, hoofdconservator van het
Koninklijk Zeeuwsch genootschap der Wetenschappen, 22 jaar lang bestuurslid en vice-voorzitter van
de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek en ruim 20 jaar redactielid van Nehalennia. Kort
daarop verscheen een intekenformulier voor een in 1999 of in de eerste helft van 2000 te verschijnen
bundel ter nagedachtenis van de overledene. Daarna bleef het lang stil en bange voorgevoelens van
problemen van financiële en organisatorische aard doemen dan al snel op. Maar in september 2001
verscheen een nieuwe mededeling en daarin stond te lezen dat de bundel veel omvangrijker zou
worden dan aanvankelijk was voorzien, niet ca. 100 bladzijden, maar vermoedelijk zo'n 250 a 300
bladzijden, en daarmee moest de aanvankelijke intekenprijs van ca. 27,- verhoogd worden tot 60,-
En men beloofde de bundel uit te brengen in de eerste helft van 2002. Daarna wederom stilte. En
weer die bange voorgevoelens. Maar op 30 augustus 2003 was het dan zover en verscheen een
prachtig uitgevoerde en rijk geïllustreerde bundel: Hein Kluiver. Een Zeeuws cultuurhistoricus. Een
echt boek, gebonden in een mooie donkergroene band met daarop in blindstempeling de titel, met een
omvang van 384 bladzijden, met leeslint en voorzien van talrijke illustraties in zwart/wit en kleur,
waarbij opgemerkt moet worden dat de kwaliteit van de kleurenfoto's hier en daar iets te wensen
overlaat. En misschien had er over de papierkeuze iets meer nagedacht kunnen worden, iets minder
wit en iets minder glimmend had het voor het oog, althans mijn oog, iets rustiger gemaakt.
Het boek begint met een 20 pagina's tellend Ten geleide en verantwoording, waarin de
samenstellers Erik van der Doe en Frits Smulders op ruimhartige wijze een gedegen
verantwoording afleggen van hun werkwijze. Met name het onderdeel Redactionele
verantwoording getuigt van de bijzondere acribie en liefde voor de tekst waarmee zij te werk zijn
gegaan. En dat is iets wat men tegenwoordig steeds minder tegenkomt in dit soort publicaties. Het
verklaart ook tevens de steeds uitgestelde publicatiedatum en daardoor is het aldus de samenstellers
'meer geworden dan een hommage aan Hein Kluiver, en mag het met recht tevens een bundel met
capita selecta uit de Zeeuwse cultuurgeschiedenis genoemd worden'.
Maar is dat ook zo? Ik vraag me dat echt af wanneer ik zie dat op een totaal van veertig artikelen
er maar tien van de hand van Hein Kluiver zijn. De overige dertig zijn van verschillende auteurs die
Hein kenschetsen als (vooral) historicus, muziekhistoricus, dialectonderzoeker, restaurator en
tenslotte zijn rol in het Zeeuwse cultuurleven belichten. Een aparte afdeling Nagedachtenis bevat
27