1
Zwaard en grootboek
Na 1650 wisten de Zeeuwen het onomkeerbare proces van economische achteruitgang nog tot aan
het begin van de achttiende eeuw uit te stellen door middel van sinistere en laag-bij-de-grondse
activiteiten als kaapvaart, slavenhandel, sluikhandel op West-Afrika en de verovering van
Suriname. Opnieuw was hierbij het zwaard belangrijker dan het grootboek. Toen Amsterdam de
West-Indische Compagnie in de steek liet en het rijke suikerland van Brazilië aan Lissabon verloren
liet gaan, begonnen de Zeeuwen een kaperoorlog die in 1667 uitmondde in de verovering van
Suriname. Toen ook hun moedernegoties, de handel op Frankrijk en Engeland, door de vele
oorlogen werden aangetast en in 1660 zelfs de Middelburgse wijnhandel naar Rotterdam verdween,
grepen zij opnieuw naar de commissievaart die tussen 1672 en 1713 tot grote bloei kwam. Maar
toen het gedaan was met de vele oorlogen en er voor de Republiek in de eerste helft van de
achttiende eeuw op het Europese politieke toneel slechts een rol op het tweede plan was weggelegd,
was de rek er voor Zeeland uit.
Ironisch genoeg was het nu precies de economische teloorgang van Zeeland die juist de VOC extra
betekenis gaf. Dat Zeeland zo heeft kunnen profiteren van de VOC is te danken geweest aan de
gunstige afspraken over de onderlinge verdeling van de activiteiten die al in 1602 waren gemaakt.
Volgens die regeling had de Kamer Zeeland recht op een kwart van alle activiteiten die de
compagnie zou aanpakken, zoals bouw en uitrusting van de schepen en verkoop van de Indische
retouren. Bijna tweehonderd jaar lang hebben de Zeeuwse bewindhebbers die verdeelsleutel
halsstarrig verdedigd. Het is uiterst gunstig geweest voor Middelburg, Vlissingen en Veere dat die
verdeelsleutel werd vastgelegd in de periode van hoogconjunctuur, want naarmate de tijd
voortschreed strookte die verdeling beslist niet meer met de werkelijke economische
krachtsverhoudingen tussen Holland en Zeeland. Uiteraard betekende dit ook dat de economische
betekenis van de VOC binnen de provinciale volkshuishouding steeds zwaarder ging wegen.
De historische essentie van Zeeland en de VOC ligt onzes inziens dan ook in de grote ommezwaai
die de VOC teweeg heeft gebracht in de gewestelijke handelspolitiek. Waar de Zeeuwen de VOC
aanvankelijk beschouwden als een fenomeen dat hun zelfstandigheid in gevaar bracht, werd later in
De VOC-
scheepstimmerwerf in
Middelburg. Tekening door
J. Arends, 1778
(ZA/KZGW, Zelandia
Illustrata 11-460).