NOORD-BE VEL AND: TWEEDUIZEND JAAR DYNAMIEK
VAN LAND EN WATER
St.-Felixtoer, 5 november 2005
Jan J.B. Kuipers
Zaterdag 5 november 2005 was het 475 jaar geleden dat de Sint-F'elixvloed de landkaart van
Zeeland sterk wijzigde. In deze fatale vloed verdronken vele dorpen in Zuidwest-Nederland. 5
November 1530 staat sindsdien bekend als 'Sint-Felix quade saterdach'. Ter herdenking
organiseerde de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) op 5 november 2005 een Sint-
Felixtoer door Zeeland. Deze voerde langs drie tentoonstellingen, behelsde een bezoek aan de site
van het verdronken dorp Oud-Rilland en twee theaten'oorstellingen over de St.-Felixvloed door
theater KWARK op de locaties Oud-Rilland (zeedijk) en het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk.
Onderstaande tekst is door de auteur tijdens de toer uitgesproken in het Historisch Museum voor
de Bevelanderi te Goes.1
De Ramp van 1953 ligt de wat oudere Zeeuwen nog heel vers in het geheugen. Zelf ben ik in het
rampjaar geboren in Zaamslag, een dorp in Oost Zeeuws-Vlaanderen dat toen gespaard bleef. Veel
slachtoffers van 1953 worden nog betreurd door de nabestaanden; dat kreeg vreemd genoeg een
opleving bij de herdenkingen in 2003. De eerste jaren na de Ramp stopten velen hun verdriet en hun
gruwelijke herinneringen weg. Er moest gewerkt worden, de zaak moest weer worden opgebouwd.
Treuren kwam later wel.
Hoe afschuwelijk '53 ook is geweest, de ramp van 5 november 1530, de St.-Felixvloed, was nog
erger, als het überhaupt gepast is om rampen en de wonden die ze slaan te vergelijken. Aantallen
slachtoffers vergelijken ligt voor de hand, maar is toch ietwat smakeloos, en bovendien voor wat
betreft 1530 en zelfs 1953 een hachelijke zaak. De Februariramp van '53 zou geen 1835, maar 1836
levens gekost hebben, vernamen we bij de herdenkingen in 2003.
Dicky de Koning, AWN-afd.
Zeeland, verstrekt uitleg op
de site van het verdronken
Rilland (foto SCEZ).
23