poele, hennetje, kiekje. Een andere reeks zijn uitdrukkingen waar puiden en padden een rol spelen.
Het zijn vooral waterdieren en die passen wel in deze context. Eend en haanof in dit geval vader
en moeder verwijzen naar het aanraken van de steen met het water. Misschien is het een soort
telmechanisme om bij te houden wie het meest aantal keren het water raakt.
Het eerste voorbeeld van to play duck and drake is gevonden in The nomenclator, or remembrancer
ofAdrianus Junius of 1585, van John Higgins: 'A kind of sport or play with an oister shell or stone
throwne into the water, and making circles yer it sinke, etc. It is called a ducke and a drake, and a
halfe-penie cake.' Behalve eend en mannelijke eend komt er ook nog een koekje achteraan. Dat
verwijst dan misschien weer naar de vele varianten waarin brood en boterhammen voorkomen,
zoals in het West-Vlaamse boterhammen snijden (ook in Scandinavische talen speelt brood een rol
bij de namen voor dit spel).
Slot
Het keilspel toont ons een enorme rijkdom aan dialectwoorden in een relatief klein gebied als
Zeeland. Die verscheidenheid is echter ook te zien buiten Zeeland en zelfs al in het Algemeen
Nederlands of in andere talen. Misschien moet u maar eens, als u ergens aan een strand in Spanje
of Italië, of aan een riviertje in Frankrijk aan het keilen bent, terugdenken aan alle mooie woorden
die in het Zeeuws en daarbuiten bestaan voor dit spel.
Bibliografie
Debrabandere, F. Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams etymologisch woordenboek. De herkomst van de Oost- en Zeeuws-
Vlaamse woorden (Amsterdam/Antwerpen 2005).
De Tier, V. e.a. (red.) Koekoek Schietebroek. Kinderspelen in Zeeland (Krabbendijke 2005).
Driel, Lo van. Van Dale, 'Het Zuid-Nederlands en het dialect'. In: Zeeland. 2004, nr.4, biz. 129-136.
WNT Woordenboek der Nederlandse Taal (cd-rom-versie).
WZD Ghysen, H.A. Woordenboek der Zeeuwse Dialecten (Krabbendijke, 199810)
29