"VS*
Bij het bieie kan men op drie manieren punten behalen: mie 'roem' (speciale kaartcombinaties die
men toevallig in handen krijgt), deur sloegen t' aelen (door bij het beurtelings opgooien van een
kaart de hoogste kaart in te brengen), of door een bepaalde spelvariant te spelen die een vooraf
bepaald aantal punten oplevert, b.v. deur misère te gaen (zie hierna). In Figuur 2 is een voorbeeld
te zien van roem: vijf opeenvolgende kaarten in de ruten is 100 punten waard. En Figuur 3 is een
voorbeeld van een slag; als klaover niet de troefkleur is, dan levert deze slag 23 punten op: de
deinen leveren 10 10 20 punten, en de keunik 3. Tenslotte levert de spelvariant misère
gewoonlijk 250 punten op. Iemand die misère gaèt, kan men echter met een bod van 250 punten of
meer nog ojbieie, ofwel qua bod overtreffen. Al deze genoemde kaarttermen zullen in het vervolg
van dit artikel nader worden uitgelegd, te beginnen met het begrip 'troef.
Figuur 2 Ja 1 Figuur 3
'Troef is de kleur die door degene die het spel bepaalt als zodanig is aangewezen, en die daardoor
tijdens het vigerende spel alle andere kleuren in rangorde overtreft. De troef is tevens van belang
aangaande de roem, zij het enkel voor de waardering van de speciale combinatie vrouiwe en keunik
in de troefkleur heet deze combinatie 'stuk' en levert zij 20 punten aan extra roem op. Tabel 1 geeft
het complete overzicht van alle mogelijke soorten roem. Drie of vier dezelfde staan hier voor drie
of vier kaarten van verschillende kleuren maar van gelijke waarde, niet zijnde drie of vier boeren,
en 'driekaart', 'vierkaart' en meêrkaart voor reeksen van drie, vier of meer opeenvolgende kaarten
in één kleur. Een meêrkaart krijgt vaak als toenaam de naam van de hoogste kaart in de reeks, en
men spreekt b.v. van vuufkaart rutenboer (zoals in Figuur 2). Voor de totale roem mogen de
kaarten in één 'hand' als regel slechts éénmaal worden meegeteld, behalve stuk.7 Overigens
verschilt de waardering van drie of vier dezelfde en drie of vier boeren per landstreek in het
algemeen, en per kaartgezelschap in het bijzonder.
Roem
Punten
(NB, ZB)
(W,ZV)
Driekaart
20
20
Vierkaart
50
50
Meêrkaart
100
100
Stuk
20
20
drie dezelfde
100
-
drie boeren
200
-
vier dezelfde
200
100
Tabel 1.
De totale roem in één hand kan dus variëren van nul of enige tientallen tot zelfs enige honderden
punten. Zo bedraagt de totale roem in Figuur 4 volgens de rechtertelling in Tabel 1 minimaal 40
punten, en volgens de linkertelling minimaal 200 punten. Ingeval arten de troefkleur is, bedraagt de
totale roem zelfs resp. 60 en 220 punten.
31