Rob van der Laarse (red.), Bezeten van vroeger. E?fgoed, identiteit en musealisering (Amsterdam. 2005), 220 biz. Dit boek komt voort uit het wetenschappelijk congres 'The challenge of heritage: cultural policy, tourism, museums' dat ter gelegenheid van het vijftienjarig bestaan van de opleiding Culturele Studies of Algemene Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met het Huizinga-Instituut voor Cultuurgeschiedenis werd georganiseerd. Tegelijkertijd markeerde dit congres de oprichting van de nieuwe duale masteropleidingen museumstudies en erfgoedstudies aan dezelfde instelling. Het doel van deze interessante bundel, met in totaal twaalf artikelen van deskundigen op uiteenlopend terrein, is het stimuleren van de wetenschappelijke discussie over de erfgoedproblematiek. Is die problematiek dan zo complex? Jazeker en het beste voorbeeld daarvan is natuurlijk het begrip zelf. Het is zo ongeveer het grootste containerbegrip van deze tijd. Wat wordt er niet allemaal onder cultureel erfgoed verstaan? Alles ben je geneigd te antwoorden; alles dat door authenticiteit en beleving als een 'lieux de memoire' betekenis heeft. Redacteur Van der Laarse waagt zich in zijn inleidende artikel wijselijk niet aan een definitie. Wel stelt hij dat erfgoed geen analytisch begrip is, zoals geschiedenis, maar een ervaringscategorie, zoals Huizinga's historische sensatie. De titel van de bundel verwijst niet naar een persoonlijke bezetenheid van de auteurs voor erfgoed, identiteit of musealisering. Als dat zo is dan is die keurig verpakt in een wetenschappelijk kader, adequaat voorzien van notenapparaat en literatuuropgave. Nee, die bezetenheid heeft meer te maken met het feit dat politiek en samenleving het erfgoed hoog op de agenda hebben staan. Er is zonder twijfel sprake van een 'erfgoedcultus' en een 'erfgoedindustrie'. Erfgoed biedt legitimiteit aan de toeristische exploitatie van historische steden en landschappen, aan de identiteit van groepen en aan beleid van overheden. En er is inmiddels ook al een erfgoedmarkt, waarin cultuurhistorische adviesbureaus en archeologische bedrijven elkaar beconcurreren in wat Van der Laarse noemt een 'dynamische belangenverstrengeling van politiek, wetenschap en commercie'. Een nieuwe studie als erfgoedstudies moet het hebben van een multidisciplinaire aanpak. De auteurs van de bundel zijn deskundig op divers vakgebied: historie, toerisme, musea, kunsthistorie, geografie, literatuurwetenschap, cultuurhistorie en architectuurgeschiedenis. Ze schreven stuk voor stuk lezenswaardige artikelen over onderwerpen die als hun specialisme kunnen worden beschouwd. Maar je kunt je bij sommige auteurs niet helemaal ontrekken aan het gevoel dat de reflectie op de erfgoedproblematiek vooral gestalte heeft gekregen door het (veelvuldig) gebruik van het woord erfgoed waar ook een ander woord geschreven had kunnen worden: monument, cultuurhistorie of museumcollectie. Erfgoed als de spreekwoordelijke vlag die de (te) breed samengestelde lading moet dekken? Hoe dan ook, de bundel geeft een goed overzicht van het wetenschappelijk discours over erfgoed op dit moment. Een aanrader voor iedereen die in de erfgoedsector werkzaam is of daar ambtshalve bij is betrokken. Wim Scholten 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 41