Westhove en werd waarschijnlijk door een duinenrij tegen de zee en de wind beschermd. Deze kreek mondde uit in de Oosterschelde, destijds net als de Striene een hoofdstroom van de Schelde. De Honte, de voorloper van de Westerschelde, was nog van geringe betekenis. Via de Striene kon in noordelijke richting per schip de Maas worden bereikt. Er zijn archeologische aanwijzingen dat er tot in de negende eeuw op het eiland bijna geen bewoning was met uitzondering van de nederzetting. De Romeinen merkten de onbegaanbaarheid van het mondingsgebied van de Schelde al op. Ze troffen achter de strandwallen slechts een uitgestrekt veenlandschap aan. Door de transgressie, die na de Romeinse periode optrad, werd de toegankelijkheid van het gebied er niet beter op. Voor de nederzetting was weinig landbouwgrond beschikbaar. Er konden schapen op de schorren en de kreekruggen worden gehouden6 en uit het verzilte veen werd zout gewonnen7. De plaats dankte haar bestaan dan ook voornamelijk aan de handel. De locatie aan een beschutte kreek nabij de monding van de Schelde maakte de nederzetting welhaast een ideale plaats voor overzeese handel. Een koperen schaaltje van een muntbalans is de stille getuige van mercantiele activiteiten, die kunnen wijzen op contacten buiten het Frankische rijk8. De gunstige ligging ten opzichte van de oversteek naar Engeland was een gegeven dat al door de Romeinen op waarde werd geschat en ook door de Friese handelslieden zal zijn benut. De gevonden munten tonen aan dat er volop betrekkingen met Engeland waren. Zeeland sluit toponymisch dan ook bij het Oud-Engels aan9. Mogelijk was de plaats een schakel in de slavenhandel van Engeland naar Verdun, de grootste slavenmarkt van het Frankische rijk. Zoals Dorestad lag op de grens van de handelssferen van het Austrasische achterland en de Noordzee, zo vormde de nederzetting op Walcheren de verbinding tussen Neustrië en de zee. De plaats kan dan ook worden gezien als een tegenhanger van Dorestad wat de Noordzeehandel betreft. Beide handelsplaatsen lagen aanvankelijk in het Frankisch-Friese grensgebied. Ligging in een grensgebied, eerst politiek en later mercantiel, moet een belangrijke voorwaarde voor het bestaan van beide plaatsen geweest zijn. We kunnen ons aan de hand van vroegere verslagen slechts een beperkte voorstelling van de plaats Het strand bij Westhove foto auteur2001 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 8