Keilen, keilderen Het A.N.-woord keilen komt ook wel in de dialecten voor, maar in Zeeland horen we vooral keilderen, de iteratieve of frequentatieve vorm van keilen. Iteratieve of frequentatieve werkwoorden zijn werkwoorden die herhaling uitdrukken. Keilen is eigenlijk hetzelfde als kegelen, in de betekenis 'smijten, slaan, gooien'. Keilen zelf is opgetekend in Kortgene, keilderen in Biervliet en Oostburg. Zeilen, zeilderen, zielderen Zeilen is een werkwoord met heel wat verschillende betekenissen. Een ervan is 'iets door de lucht doen vliegen, zweven en op een bepaalde plaats doen belanden: gooien, slingeren, smijten, werpen'. En dan is het niet moeilijk om te begrijpen dat het ook in de specifieke betekenis 'een plat voorwerp, bijvoorbeeld een steentje of een potscherf, langs het wateroppervlak werpen zodat het verschillende malen opspringt en verder springt' kan betekenen. Het komt verspreid over heel Zeeland voor. Men zegt ook wel steentje-zeilen. Zeilderen is hier, net als keilderen, de iteratieve vorm van zeilen, waarin de herhaling van het steeds opspringende steentje benadrukt wordt. Zielderen (met een lange ie) is de uitspraak in Middelburg en omgeving, in West-Zeeuws-Vlaanderen en in het Land van Axel. Nog iets afwijkender is sjielderen in Sint Laurens en zjuuldern in Axel. Scheren Schêêren en schèèren zijn niet moeilijk te interpreteren. Scheren betekent in het algemeen 'vlak langs of over een oppervlak doen strijken, gezegd van iets dat geworpen wordt'. Het is dus logisch dat het van toepassing kan zijn op het werpen met een plat steentje langs het oppervlak van het water. Het is een vrij algemene term, maar voor het keilen is hij in Zeeland enkel opgetekend in Nieuw- en St. Joosland en Arnemuiden. Drijven, drieven Drieven en drijven wordt gebruikt in Kattendijke. Ouddorp en Hulst. Drijven kan hier 'een voorwerp doen bewegen' betekenen, in dit geval het steentje, maar ook het 'even over het water voortbewegen' kan als drijven geïnterpreteerd worden. drillen, dreilen Drillen kan 'trillen, doen trillen' betekenen. Het werkwoord dat in het Engels to thrill is, hangt samen met draaien, draaiend voortbewegen, dansen. Het keilsteentje danst als het ware op het water, je ziet draaiende bewegingen op het water ontstaan, het water trilt. botteren, botgooien, botje gooien, botje zeilen Botteren is een iteratief van botten, dat waarschijnlijk in relatie met staat met het Italiaanse bottare/buttare of het Franse bonter. Het wordt voor enkele spelletjes gebruikt, o.a. bij het knikkeren, maar het kan dus ook voor keilen gebruikt worden. Botteren is bekend in Goes, Kattendijke, Ierseke en Westdorpe, botgöóie(n) kent men op Zuid-Beveland en op Tholen. Oud- Vossemeer en Scherpenisse zegt men botje gööie en botje zeile. Slifferen, slijferen, slieferen, slieveren Slieferen is opgetekend in Kortgene, Wemeldinge, Nieuwerkerk en Goedereede, slieveren in Aardenburg. Slijferen betekent behalve 'slepen' en 'glijden' ook 'keilen'. Het heeft een bijvorm slijferen, die in het Zeeuws uiteraard slieferen is. Of werkwoorden als slidderen en slibberen van invloed zijn is moeilijk uit te maken. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 30