Opgraving van het Hof van de Heren van Axel (jaren zestig twintigste eeuw) door ir. J.A. Trimpe
Burger Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek). Het terrein wordt gezien vanuit het
noorden.
en de landsheer. Vervolgens werden door overstromingen pas later alle restanten uitgewist. Het
bekendste voorbeeld hiervan is vermoedelijk wel het tweede kasteel van Saeftinghe dat in 1484
door Maximiliaan van Oostenrijk gebouwd werd als opvolger van een in 1279 door Margaretha van
Vlaanderen gebouwd kasteel.
Het tweede kasteel - het is overigens onbekend of de enige bekende afbeelding uit de periode 1494-
1504 waarheidsgetrouw is - speelde een belangrijke rol in de strijd van de landsheer tegen de
opstandige Vlaamse steden. Begin zestiende eeuw werd het kasteel verwoest door de burgers van
Antwerpen. Pas later, tijdens de Allerheiligenvloed in 1570, liep het grootste deel van de polder
Saeftinghe onder water. Sindsdien liggen de restanten van het kasteel ver buitendijks in de
Westerschelde.
Exemplarisch voor de Zeeuws-Vlaamse rijkdom en teloorgang in kastelen zijn de lotgevallen van
de Axelse kastelen. De schaarse literatuur vermeldt het bestaan van meerdere kastelen in deze stad.
Allereerst was er het kasteel van de ambachtsheer, dat begin 13de eeuw op een motte gebouwd zou
zijn en vier torens kende. Althans zo beschrijft de 15de-eeuwse Axelse priester De Hont het kasteel
in zijn Kroniek. Dit kasteel is evenals Axel zelf in 1295 in vlammen opgegaan tijdens de feestvuren
van het midzomernachtfeest. Een rijmpje uit die tijd herinnert hier nog aan:
'In t jaar 1200 ende viventnegentich mede,
Doe verbrende Axele die goede steede,
Kerk, cluse ende ooc hospitale,
Castele molen al te male
11