onderdeel van een tuin of park echter zien we pas in de renaissance verschijnen. Er zijn doolhoven en labyrinten. Het verschil is, dat bij een labyrint slechts een enkel pad naar het midden leidt, al gaat dat slingerend, en dat er bij een doolhof verschillende doodlopende dwaalwegen zijn, vandaar dat we ook de naam dwaaltuin kennen. Verder is het goed onderscheid te maken tussen het labyrint en de spiraal. Beide gaan naar een doel en worden niet doorsneden door andere paden, maar terwijl een spiraal in een zelfde ronde beweging naar het midden leidt, volgt het labyrint een voortdurende slingerbeweging. In Oostkapelle gaat het waarschijnlijk om een spiraal. Een doolhof in een tuin in de 16de of 17de eeuw doet de bekendheid met het werk van de Venetiaanse monnik Francesco Colonna vermoeden. Deze schreef de Hypnerotomachia Poliphili, een liefdesroman waarin de Italiaanse cultuur in al haar facetten uit de tweede helft van de 15e eeuw beschreven werd. Naast het belang dat deze roman heeft voor de architectuur door de gedetailleerde beschrijvingen van verschillende bouwwerken, is het werk van groot belang voor de tuinkunst. Het is namelijk een van de weinige bronnen die we hebben over Renaissancetuinen. Daarnaast is het een doorgeefluik van ideeën over tuinen van de Romeinen en de auteur is in zijn beschrijvingen van landschappen en tuinen uiterst origineel in het transformeren van andere kunsten naar tuinkunst. Zo neemt hij figuren uit de borduur- en tapijtkunst en maakt daar kunstig gevormde bloembedden van. De Engelse 'knotgardens', de knooptuinen, zijn zo ontstaan5. Verder is hij de eerste die van het tuinieren kunst maakt. Voor de schrijver is het vanzelfsprekend dat intellectuele en spirituele concepten uitdrukking kunnen vinden in de tuin. Tevens is het de eerste roman waarin tuinkunst als een vorm van architectuur beschreven wordt.6 De mode om groenblijvende struiken als grondmateriaal voor beeldhouwwerken te gebruiken (topiaire kunst) in de Renaissance tot in de Romantiek toe is te danken aan de beschrijvingen van Colonna, die op zijn beurt waarschijnlijk putte uit Romeinse bronnen zoals de brieven van Plinius de Jongere. In de tweede helft van de 20ste eeuw zien we een revival van deze mode die tot op de dag van vandaag duurt. Van belang voor 't huis Oostkapelle is dat sinds het verschijnen van het boek in 1499 het labyrint zijn intrede doet in West-Europese tuinen. Er komen verschillende labyrinten voor in het werk. Een zeer origineel labyrint is het waterlabyrint dat de levensweg voorstelt. Het waterlabyrint in

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 20