maart aan de potates, 'syn souden te Cats bi minen here met hem aldaer te sprekene van saken, die den ghemeenen lande van Zeeland anegaen'. Veel breder dus dan alleen over een bede. In 1400 was de vergadering omgevormd tot een Raad der edelen en de steden van Zeeland. Naast de genoemden in 1300 waren daar nog bijgekomen de steden Zierikzee en Middelburg en de magister grangie van de grangia Monsterhoek te Kattendijke, die we al leerden kennen bij de oprichting van de O.L.V.-abdij te Emelisse.29 En dat allemaal te Cats! Het was een komen en gaan van scheepsverkeer en de tocht van de adellijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders met hun gevolg van de haven naar het kasteel zal een bont kleur- en klankspel geweest zijn. Verblijfplaats van en rechtspraak door de landheren Niet alleen verbleef Floris V in Cats, maar ook al de al genoemde graaf Willem III van Holland en later de graaf van Henegouwen. Gevolgd door de hertogen van Bourgondië en Beieren. Een andere bron waaruit blijkt dat de machtige heren van die tijd graag te Cats verbleven vinden wij in 1419. Toen verbleef de toenmalige heerser van Zeeland, de hertog van Brabant, te Cats. Hij moest een geschil beslechten tussen de heren van Yerseke en Heenvliet en gebood daarom heer Albrecht van Heenvliet en zijn gade Johanna van Bruelis en heer Jan van Yerseke en zijn eega jonkvrouw Kathere van Baersdorp, om naar Cats te komen. Zij gingen met vrienden, familie en bedienden daarheen. Het liep slecht af voor de heer van Yerseke, want de Hertog bepaalde dat het kasteel van Yerseke moest worden afgebroken, dit op verzoek van Heenvliet, zodat het puin herinnerde aan de misdaden die daar gepleegd waren.30 Cats was in deze dagen een baronie; baronnen waren zodanige belangrijke heren dat zij of een groot kasteel bezaten of een grote uitgestrektheid grond, waarover zij aan niemand rekenschap hoefden af te leggen. Zij hadden tevens het recht een eigen vlag te voeren. Cats had geen uitgestrekte gronden maar wel een kasteel. Het wapen was in dit geval dat van de Katten.31 Huldigingen aan de landheer32 Over de huldiging te Cats van Jacoba van Beieren als gravin van Holland en Zeeland en Jan van Beieren als ruwaard van Holland en Zeeland, samen met zijn vrouw Elizabeth van Gorlitz, hertogin van Luxemburg, zijn we door J.G. Smit in zijn dissertatie Vorst en onderdaan: studies over Zeeland en Holland in de late middeleeuwengoed geïnformeerd. Smit beschrijft het gevolg van deze hoge edelman dat bestond uit 470 personen! Later zou dit aantal nog toenemen. Hoe groot het kasteel van Cats wellicht ook was, dit aantal was niet te herbergen. Er werd daarom een complete tentenstad gebouwd en de nodige accommodaties werden gehuurd (herbergen, kloosters etc.). In het gezelschap, dat door diverse schepen werd aangevoerd, bevonden zich in willekeurige volgorde: herauten, pijpers, kapelaans en priesters, barbiers, stalmeesters, valkeniers, bontwerkers, narren, boogschutters, pages, trompetters, koks, vleeshouwers, klerken, maar ook ambassadeurs - want de staatszaken gingen gewoon door - en de nodige ridders en jonkvrouwen. Ook zij hadden weer een gevolg. Het was een uiting van macht en grandeur, een huldigingstocht die verschillende plekken aandeed die van oudsher al dit doel dienden. Van heinde en verre kwamen de leenmannen en vertegenwoordigers van de steden hun leenheer hulde en trouw betonen en legden zij een eed van trouw af. Kortom een geweldige logistieke operatie! Daartoe had de graaf ook zijn eigen middelen meegenomen, zoals paarden, schepen, vee en voedsel en zaken voor zijn eigen vermaak, zoals valken en windhonden. Tijdens de huldiging werd hem diverse geschenken aangeboden, vaak voedsel zoals vis: zalm, kabeljauw, steur, snoek, en gevogelte: patrijzen, hoenders, reigers, houtsnip, talingen, maar ook harpoenen, varkens en hutspot! Ook is wijn aangeboden uit diverse Fransestreken. Luxe geschenken betroffen paarden, windhonden, lakens en zilveren voorwerpen, 54

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 56