ontbreken van het directe verband tussen bovengenoemde voordelen en het bezit van een weerbaar huis, de noodzaak tot het instandhouden hiervan minimaal is. Dit geldt zeker op het moment dat door de komst van het buskruit het kasteel als verdedigingswerk zijn nut al grotendeels verloren heeft. Naast het gebrek aan overzicht en kader ontbreken tevens studies die slechts één kasteel als onderwerp hebben. Monografieën over Zeeuws-Vlaamse kastelen zijn mij niet bekend. Wel zijn er in de afgelopen decennia enkele artikelen verschenen naar aanleiding van archeologische opgravingen van de kastelen van Axel en Zaamslag. Maar recent onderzoek naar bijvoorbeeld een belangrijk kasteel als dat van Sluis is niet voorhanden. Dat is opvallend want dit rond 1380 met Frans geld gebouwde kasteel gold destijds als het grootste verdedigingswerk van de gehele Vlaamse en Franse kust en vertoonde bovendien veel overeenkomsten met de kort tevoren door dezelfde architect gebouwde Bastille van Parijs. 'Het kasteel van Sluys', uit: J. van Lennep en W.J. Hofdijk, 'Merkwaardige Kasteelen in Nederland dl. lil Amsterdam 1861 Huidige stand van het onderzoek: buitenplaatsen Wat voor de literatuur over Zeeuws-Vlaamse kastelen geldt, geldt in nog sterkere mate voor de buitenplaatsen. Een inventarisatie of overzichtsartikel is mij niet bekend. Het aantal recente wetenschappelijke publicaties beperkt zich tot welgeteld één artikel uit 1994 over het Hof te Zande (in Kloosterzande) in het Nederlands-Belgische tijdschrift De Woonstede door de eeuwen heen. Het is veelzeggend dat het meest gezaghebbende artikel over de buitenplaats de Moffenschans bij Terneuzen uit het jaarboek Cadsandria van 1856 stamt. Verder zijn er her en der nog wat verspreide sprokkelingen en krantenartikelen over enkele Zeeuws- Vlaamse buitens. Maar zelfs naar een belangrijke buitenplaats als de Elderschans bij Aardenburg is 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 6