Het komt me voor dat als dialectwoorden verzameld worden voor (in dit geval) allerlei vissoorten, iet absoluut duidelijk moet zijn welke soorten bedoeld worden. Daar zijn deze vragenlijsten akelig n tekort geschoten. Dit allemaal zal toch niet tot gevolg hebben dat in de toekomst bij het erspreidingskaartje van de rode poon aangegeven wordt dat deze op Tholen roodbaars genoemd vordt? En dat de wijting in Yerseke kool vis genoemd wordt? och is dit niet geheel denkbeeldig. De samenstellers van het eerder genoemde Woordenboek van e Vlaamse dialecten worstelden met hetzelfde probleem. En het is daar niet helemaal goed ekomen, ben ik bang. Hoe kan dit nu vermeden worden? De vragenlijsten hebben al decennialang dezelfde vorm: keurige raagzinnen. Mijn vader, geboren in 1914, deed er als schooljongen al aan mee. Toen waren ze estencild of misschien wel gedrukt, denk ik. en nu zijn ze in offset gereproduceerd. Het lijkt me cel eenvoudig om met Google allerlei soorten goed reproduceerbare afbeeldingen te vinden, ook rij van rechten. Het auteursrecht is bovendien beperkt als het gaat om onderzoek. Het opnemen van 'beeldingen in zwart-wit bij offset in niet kostenverhogend. Het maakt de vragen eenvoudiger: Hoe noemt u deze vis', eventueel met een korte kleurbeschrijving. Het is mijn stellige overtuiging at er dan minder verschillende namen genoemd zullen worden, omdat er geen of minder lisverstanden zullen optreden. enslotte, om ook een bijdrage te leveren, in AGN de mij bekende namen van vissen (Vlissingen, reskens). Ik kies voor AGN omdat ik de dialectwoorden met allerlei diakritische tekens niet goed an weergeven. abeliauw: kabeljauw (groot), gul (klein); haring: haring (groot), schardein (klein); schol: schol groot), plaatje (klein); wijting: wijting, molenaar; poon: knorhaan, stekker; steenbolk: bolling; -■epaling: kommeraal; zeeduivel: hammetje; zee-engel: viool; herder: harder; horsmakreel: larsbanker; harnasmannetje: neuzehanger; zeeprik: negenoog; pitvis: muis; snotolf: steenzuiger; aitaal: lomp; zeedonderpad: poskop; grondel: dikkopje, schotevisje. oorse kreeft: langoustine; noordzeekrab: hoofdkrab, na de verschaling: waterzak; spinkrab: spin; wtenkrab: teek; heremietkreeft: rijkeman (riekeman, wan ie heit 'n 'uusje). Gerard Heerebout ITWERKING VAN DE VRAGENLIJSTEN erantwoording van de ontvangen vragenlijsten erst de vragenlijst Voedsel 6: Groenten-deel 2, bijlage van Nehalennia nr. 149 •Ve kregen 34 ingevulde lijsten terug uit de volgende (sub)taalregio's. W-2; ZB-13; NB-1; T/Phi- SchD-2; ZVW-5; ZVO-zd-3; LvH-2. 5ij het lezen van de verantwoording van vragenlijst Voedsel 6: Groenten-deel 1, zie Nehalennia 51, zal u ook al zijn opgevallen dat de antwoorden vaak vreemde uitschieters vertonen waardoor iet erg lastig wordt om de antwoorden onderling met elkaar te vergelijken. Dit ligt niet aan de medewerkers die trouw hun lijsten invullen en opsturen, maar meer aan de omslachtige manier waarop de vragen zijn verwoord. En dat laatste is weer het gevolg van 't feit dat er geen verduidelijkende afbeeldingen aan deze 'groenten'-vragenlijst konden worden toegevoegd. Want die hadden u waarschijnlijk op het goede spoor gezet bij de beantwoording. In Nehalennia 151 nebben we hierover ook al een opmerking gemaakt. We hebben daarom de verantwoording van de vragenlijst Groenten 6-deel 1 uit Nehalennia 151 nog eens goed doorgenomen, plus de voorlopige 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 75