og nooit gedegen onderzoek
-rricht. Gevolg is dat de
derschans te boek staat als een
in het eind van de negentiende
uw gebouwde buitenplaats. In
■t in 2004 verschenen Zeeuwse
el van de Atlas van historische
stingwerken in Nederland staat
er de Elderschans: 'in de eerste
Aft van de 19e eeuw resteerden
in de schans niet meer dan een
reduceerde binnengracht, twee
uggen en enkele delen van de
Alen. In de tweede helft van de
1 eeuw verrees op het terrein
m de schans een buitenplaats
et onder andere een villa en
jetshuis'.
cent onderzoek door
•dergetekende bracht onder
dere het bouwbestek van de
iise aannemer Johannes de Heij
i het licht. In opdracht van
;rus van Affelen bouwde De
ij in 1729, dus al bijna 200 jaar
der, een houte soomerhuijs
een steenen fondament,
etende gestelt werden op de
Aerschans'.
Elderschans. Ontwerp uit 1729 voor de voordeur van het
'soomerhuijs'. Z.A., repro auteur.
istelen anno 2005
deze inleiding wil ik mijn
s haal opdelen in twee delen: Wat is er er? Wat was er en waarom is het verdwenen of zelfs nooit
rouwd? Hierbij maak ik het onderscheid tussen kastelen en buitenplaatsen. Het voert te ver om
r de wetenschappelijke definities van beide te gaan behandelen. Maar in feite komt het er op neer
een kasteel een van oorsprong verdedigbaar woonhuis is, gebouwd op een strategische locatie.
n buitenplaats daarentegen is het geheel van landhuis met bijgebouwen en tuin- en parkaanleg dat
woond werd als tweede woning.
ofweg kan gesteld worden dat in Nederland kastelen in de periode tot uiterlijk 1500 gebouwd
orden. De bloei van de buitenplaatscultuur begint in Nederland pas rond 1550, maar komt door de
chtigjarige Oorlog stil te staan en zal pas na 1600 weer opbloeien.
ie zoekt naar kastelen in Zeeuws-Vlaanderen kan lang zoeken, heel lang zoeken en weinig
nden. Weinig, want voor wie goed kijkt en weet waar hij of zij op moet letten zijn er nog wel
■gelijk restanten zichtbaar. In totaal heb ik in heel Zeeuws-Vlaanderen nog twee kasteelbergen
innen vinden die tot op heden bewaard zijn gebleven. Dit zijn de motte van slot Zaemslach bij
roede en de motte de Torenberg bij Zaamslag. Beide zijn nog steeds opvallende verschijningen in
eet verder vlakke polderlandschap,
an de latere steenhuizen, de kastelen, die deze veelal houten verdedigingstorens opvolgen is in
5