Je mot het mae leze vadder en veraol bekieke, wan het bin schitterende prenten van moai opgemaèkte dames, zöas de zwarte katte, het stekelverke, het nijlpaerd enz. Engel Reinhoudt De opening van de tentoonstelling De Zeeuwse Klapbank Zoals u hoger al kon lezen is op 30 juni De Zeeuwse Klapbank officieel geopend door de gedeputeerde George van Heukelom. Bij die bijeenkomst hield hij volgende speech: Geachte aanwezigen, Zeeuwse dialecten vormen een essentieel onderdeel van ons cultureel erfgoed. Dialecten zijn vaak de moedertaal van de gebruikers en daarmee, veel meer dan de officiële talen, dragers van emoties. Zo zijn er veel dialectwoorden voor gemoedstoestanden die niet met een enkel woord vertaald kunnen worden. Deze woorden kunnen slechts omschreven worden waardoor het dialectwoord aan kracht en betekenis inboet. Dialect is uiteraard een belangrijk communicatiemiddel, maar daarnaast kent het andere eigenschappen. Dialect bindt en als logisch gevolg daarvan: het onderscheidt. Het heeft een belangrijke functie als symbool van eenheid en eigenheid van een groep. Dialect fungeert als middel om zich te identificeren met een bepaalde sociale, culturele, maar ook geografische groep. Gelukkig wordt naar al het immaterieel erfgoed steeds meer onderzoek verricht, maar voor dialecten geldt dat de tijd voor onderzoek vrijwel opgebruikt is. Steeds minder mensen spreken nog het 'echte' dialect van dorp of stad. Het dialect regionaliseert en daarmee gaan steeds meer woorden en uitdrukkingen verloren. Tot nu toe werd in het beleid van provincies, maar ook van gemeenten en rijk veel meer aandacht besteed aan het materieel erfgoed, zoals monumenten. Het immateriële erfgoed krijgt de laatste jaren meer de waardering die hij verdient. In onze cultuurnota voor de periode 2005-2008 hebben wij opgenomen dat wij het immaterieel erfgoed een prominentere plaats in ons beleid zullen geven. Hieronder verstaan wij niet uiteraard niet alleen cultuuruitingen zoals streektalen, maar ook de rituelen, gewoonten en gebruiken uit het dagelijks leven. Dialecten zijn een belangrijke historische bron, een drager van onze culturele identiteit. Een van de belangrijkste doelstellingen van het cultuurbeleid van de provincie Zeeland is het bevorderen van kennis over cultuur. Met aandacht voor onze culturele identiteit willen we onze eigenheid en herkenbaarheid benadrukken, zonder ze te verheerlijken of op een voetstuk te plaatsen. Naast verschillende woordenboeken, verhalen en romans in dialect is er nu een reizende, multimediale presentatie van een dialectfragmenten die de verschillende dialectgroepen van het Zeeuwse taalgebied representeren. Daarnaast geven zij een beeld van ons immaterieel erfgoed, doordat de interviews dateren uit de jaren zestig en zeventig en de geïnterviewde mensen over aspecten uit het leven van alledag vertellen. De Klapbank geeft de mogelijkheid kennis te nemen van het Zeeuwse dialect op een zeer toegankelijke wijze, zowel qua inhoud door de interviews, als qua vorm. Door een reizende tentoonstelling te maken, wordt dit erfgoed letterlijk naar de mensen toe gebracht. Ik wil daarom de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland van harte feliciteren met de realisatie van dit prachtige project. 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 43