gedeelte onvruchtbare aarde afgraven. Dit kon op sommige plaatsen wel gebeuren tot een diepte van
60 cm. Het vrijgekomen zand werd met kruiwagens naar de schurvelingen vervoerd en daar in de
grippen en over de schurveling zelf gedeponeerd. Zo ontstonden zandwallen met een hoogte van 2
tot 3 meter, met een grondvlak tot wel 10 m. breed. In de volksmond werden ze haogten genoemd.
Eigenlijk waren het zanddepots. Soms werd het vrijgekomen zand met boerenwagens vervoerd naar
andere haogte. Zo ligt er naast de Ouddorpse begraafplaats wel een haogte van meer dan 6 m. hoog.
Als een hele akker op deze wijze in stroken afgegraven was, werd de vruchtbare aarde, de èrve,
weer over het perceel verspreid. Het hele proces werd uutmienen genoemd. Een akker die
uiteindelijk zo gevormd was, noemde men een mienige.
Veel haogten zijn inmiddels afgegraven en het zand werd gebruikt voor de aanleg van wegen en het
versterken van dijken voor en na de Ramp van 1953. Tegenwoordig is het afgraven ervan verboden,
omdat het prachtige natuurgebieden geworden zijn, die heel karakteristiek zijn voor het landschap
van Ouddorp. Inmiddels is gebleken dat het toch ook weer niet zo uniek is, want ook in Normandië
en zelfs in Portugal kan met dergelijke landschapstypen waarnemen.
Er heerst over het Ouddorpse landschapstype vaak veel begripsverwarring. Vaak wordt gesproken
over het typische Ouddorpse schurvelingengebiedDoor de procedure van het uitmijnen zijn er
echter weinig schurvelingen overgebleven. Ze zijn er nog wel maar men moet er naar zoeken. Het
is dus beter om te spreken van het Ouddorpse zandwallengebied
Een restant van een schurveling op de Kluistee foto Pau Heerschap).
Nog een term vraagt hier om nadere uitleg: de elzenmêê'ies. Ook die zijn in het Ouddorpse
landschap waar te nemen. Ze komen voor op de haemeten en het zijn akkertjes van 4 tot 10 meter
breed. Aan beide zijden worden ze afgescheiden door een grippe. Op het talud werden elzen
geplant. Deze werden om de acht jaar gekapt. Van de dunne takken werden dan takkenbossen
gevormd, de zgn. musteriken, die door de bakkers werden afgenomen om er de oven mee te stoken.
43