boerinnendracht. Maar dan nog blijft de vraag wat het voorvoegsel kie betekent in deze
samenstelling. Wie kan hier meer over vertellen? Waar is het woord van afgeleid? Laat het me
weten via een notitie op de in te vullen vragenlijst, via telefoon 0114-683707 of email
kfraanje@zeelandnet.nl.
Van vragenlijst WVD119-1 ontvingen we 51 stuks terug vanuit de volgende taairegio's. W: 6x; ZB:
13x; NB: Ox; T/Phi: 8x; Sch-D: 8x; ZVW: 7x; LvA:lx; LvH: 2x; ZVO-zuid: 3x; Gofl:3x. We
publiceren hiervan iets meer dan de helft, nl: Walcheren - ZuidBeveland - Tholen/St. Philipsland.
De rest volgt in het volgende nummer, samen met lijst WVD 119-2.
Gebruikte afkortingen:
W. (Amd.:Arnemuiden. Bgk.: Biggekerke, Dob.: Domburg. Kod.: Koudekerke, Lrs.: Sint Lourens,
Mik.: Meliskerke, Ok.: Oostkapelle, Osb.: Oost-Souburg, Wkp.: Westkapelle),Z.B. (Bsl.: Borssele,
Gpol.: 's-Gravenpolder, Ha.: 's-Heerarendskerke, Hrh.: 's-Heerenhoek, Hdk.: Hoedekenskerke,
Ier.: Yerseke, Kn.: Kruiningen, Kpl.: Kapelle, Ktg.: Kloetinge, Kwd.: Kwadendamme. Lwd.:
Lewedorp, Ndp.: Nieuwdorp. Ovz./Dw.: Ovezande/Driewegen, RIL: Rilland, Wolf.:
Wolphaartsdijk), N.B. (Col.: Colijnsplaat, Kg.: Kortgene, Ks.: Kats), T./Phi. (Ank: St. Annaland,
Mtd.: St. Maartensdijk, Ovm.: Oud-Vossemeer, Po.: Poortvliet, Scherp.: Scherpenisse, Tin.: Tolen-
stad, Phi.: St. Philipsland, Svn.: Stavenisse), Sch-D. (Bns.: Bruinisse, Bwh.: Brouwershaven,
Dsr./Zn.: Dreischor/Zonnemaire, Elm.: Ellemeet, Hsd.: Haamstede, Nwk.: Nieuwerkerk, Otl.;
Oosterland, Rns,: Renesse, Zr.: Zierikzee), Z.V.W. (Adb.: Aardenburg, Cz.: Cadzand, Nvt.:
Nieuwvliet, Gde.: Groede, Obg.: Oostburg, IJzd.: Ijzendijke, Wtk.: Waterlandkerkje, Zzd.:
Zuidzande), Z.V.O-zd. (Kw.: Koewacht), LvA. (Ax.: Axel, Hok.: Hoek, Nz.: Temeuzen, Sik.:
Sluiskil, Zsg.: Zaamslag), LvH. (Hek.: Hengstdijk, Klz.: Kloosterzande, Lam./Kt.:
Lamswaarde/Kuitaart), ZVO-zd. (Cg.: Clinge, Kw.: Koewacht, Ovs.: Overslag, Zdp.:
Zuiddorpe),G-Ofl.(Mdh.: Middelhamis, Ntg.: Nieuwetonge, Odp.: Ouddorp, Smd.: Sommelsdijk).
Hoe noemt u in uw dialect:
1. Een volwassen mens van het mannelijk geslacht? W. vent (Bgk.;Dob.; Kod.: man; Ok. ook
kérel; Osb. ook man; Wkp.: man; veint); Z.B. vent (Bsl.; Dw./Ovz.; Gpol.; Ha.; Hdk. ook kérel; Hrh.
aant.: meervoud is venters; Ier.; Ktg. ook man; Kwd.; Lwd.; Ndp.); T./Phi. vint (meervoud vinters),
vent, veint (Anl. en Scherp, ook man; Ovm.; Phi.: man; Po. ook vinter; Scherp, ook kérel; Tin.).
2. Kent u spotwoorden voor een volwassen mens van het mannelijk geslacht? Zo ja, welke?
W. (Dob.: boerekienkel; 'n juffertje: homo; Kod.: vent); Z.B. (Bsl.: een 'êle Piet; een lekker'n; een
aorih'n; Hrh.: 'n vrommènskèrel: een verwijfd type; Kwd. en Ndp.: ouwe jonge kérel; Lwd.: 'n
kérel); T./Phi. (Phi.: vint).
3. Een volwassen mens van het vrouwelijk geslacht? W. vrouwe (Bgk.;Dob.; wuuf; Kod.; Ok.
ook wuuf(je) en vrommes; Osb.); Z.B. wuuf(Bsl.; Dw./Ovz., Hrh. en Lwd. ook vrouwe; Gpol.; Hdk.
ook vrouwe(lieng); Ier.; Ktg. ook vrouwe; vrouweliengen (alleen in meervoud); Kwd. en Ndp. ook
vrommes); T./Phi. wuuf(je) (Anl., Ovm. Phi., Po. en Tin. ook vrouwe; Ovm., Po. en Scherp, ook
vrommens; Phi.: vrouwlienge).
4. Kent u spotwoorden voor een volwassen mens van het vrouwelijk geslacht? Zo ja, welke?
W. (Dob.: vrouwlieng; serpent; kreng; kenau; Kod.: wuuf); Z.B. (Bsl.: een lekkertje; Dw./Ovz.,
Kwd. en Lwd.: vrdmmes; brokke; Hrh.: moeder-mezoe.te en brokke-wuuf. beide in de betekenis van
een grote, brede vrouw met een "uitgezakt" figuur; Ier.: 'n mietje; 'n tutte; 'n kraem; Ktg.: méns;
vrouwmens; Kwd., Lwd. en Ndp. ook diek van 'n wuuf; Kwd. ook kadee); T./Phi. (Anl.: vrommes;
Phi.: wuuf; Scherp.: kerbikse; kedee).
5. Een kind van het mannelijk geslacht? Wjoen(tje), joengetje, joengen (Dob.; Kod.; Ok.; Osb.
47