DE ZEEUWSE KLAPBANK
Een tentoonstelling over Zeeuwse dialecten
Veronique De Tier
Dialect is en blijft een boeiend en actueel onderwerp; het loont de moeite om aandacht te besteden
aan streektalen en dat stukje van ons immaterieel erfgoed op zoveel mogelijk manieren te
ontsluiten. Dat ontsluiten van oraal immaterieel erfgoed was ook de bedoeling van het SCEZ-
project De Zeeuwse Klapbank, dat vooral met financiële steun van de Provincie Zeeland, het VSB-
fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds is tot stand gekomen
Wat is die Zeeuwse Klapbank nu eigenlijk?
De Zeeuwse Klapbank is een reizende tentoonstelling over Zeeuwse dialecten met
dialectfragmenten, -verhalen en enkele liedjes. De tentoonstelling is sinds 24 juli te zien en te
beluisteren in gebouw De Burg van de SCEZ en reist vanaf 1 januari 2007 door heel Zeeland. De
tentoonstelling zal dan te zien zijn in enkele openbare bibliotheken. In de eerste helft van 2007 staat
de tentoonstelling in Yerseke, Zierikzee en Oostburg.
Waarom de naam Klapbank voor een tentoonstelling?
Zeeuwen kennen ongetwijfeld de klapbanken die her en der in Zeeland te vinden zijn. Het woord
klapbank wordt vooral in midden- en noord-Zeeland gebruikt. In Zeeuws-Vlaanderen kennen ze
bijvoorbeeld wel een klapkot, maar het woord klapbank is er minder bekend. Misschien kennen ze
er wel het woord leugenbank. Dat is immers een andere naam voor zo'n plek. Het is een centrale
plaats, meestal een bank, in een dorp of aan een haven waar mensen - vaak oudere mannen -
samenkwamen om met elkaar te praten over de dagelijkse dingen van het leven, om met elkaar te
klappenals het ware. Het werkwoord klappen is nog bewaard gebleven in heel wat Vlaamse
dialecten. En ook in de standaardtaal is het onder andere nog te vinden in achterklap, waar het
natuurlijk een pejoratieve betekenis heeft gekregen. Andere minder gebruikte woorden, waarin klap
ook pejoratief is, zijn woorden als dronkemansklap, oudewijvenklap, hanneklap, kinderklap,
mensenklap of vrouwenklap.
Het woord leugenbank laat ons vermoeden dat wat er allemaal verteld werd op die banken, niet
altijd waarheidsgetrouw zal zijn geweest. De roddels van het dorp zullen hier wel over de tong
gegaan zijn. Maar naast de roddels zijn ongetwijfeld ook de alledaagse zorgen van alledaagse
mensen vaak aan bod gekomen.
Omdat we in deze tentoonstelling gesprekken horen over alledaagse dingen in het leven of over
zaken die in een samenleving een belangrijke rol speelden - dingen waarover dus op de klapbank
gepraat kon worden - vonden we deze naam wel toepasselijk voor een tentoonstelling over
dialecten. In De Zeeuwse Klapbank is trouwens gespeeld met de twee betekenissen van klappen,
zoals u zult zien. Er zijn opklapbare stoelen waar u kunt luisteren naar verhalen en uiteraard zijn er
heel wat gesprekken te horen. Het lijkt wel alsof je op een klapbank bent gaan zitten en op de bank
meeluistert naar de verhalen van je 'medebankzitters'.
Hoe is dit project ontstaan?
Het idee om een tentoonstelling te maken rond dialectfragmenten is niet nieuw. Sommigen van u
kennen misschien de Taaikamer in het Huis van Alijn in Gent, het vroegere museum van
Volkskunde. Daar zie je een permanente tentoonstelling met dialectfragmenten, een realisatie van
het Huis van Alijn en de vakgroep Nederlandse Taalkunde. In de taaikamer daar kunt u de dialecten
van Nederlandstalig België en ook enkele Nederlandse - enkele Zeeuws-Vlaamse en eentje uit
11