100 man vrouw jong midden oud Figuur 3: Kunnen spreken van een Zeeuws dialect (in opgesplitst naar leeftijd en sekse (n=1567). Laten we eens verder kijken naar de 298 informanten die beweren geen Zeeuws dialect te kunnen spreken. Een kwart van hen zou dat wel willen doen. Voor hen is het dus een kwestie van niet kunnen. Maar we kunnen het ook anders formuleren: drie kwart van hen wil geen Zeeuws dialect spreken. Het niet spreken van een Zeeuws dialect is dus vooral een kwestie van niet willen. Er zijn daarbij geen opvallende verschillen tussen de vijf typen Zeeuwen. Ook de factoren sekse, leeftijd en opleiding hebben op het al dan niet willen spreken geen significante invloed. Het niet willen spreken van een Zeeuws dialect lijkt een individuele keuze te zijn, die niet beïnvloed wordt door de door ons onderzochte sociale factoren. Wat spreken Zeeuwen? Uit het bovenstaande is gebleken dat de Zeeuwse dialecten nog goed gekend zijn. Maar worden ze ook nog veel en graag gebruikt? Daarom hebben we de proefpersonen gevraagd welke taalvariëteiten ze het meest en het liefst gebruiken. Ze konden daarbij kiezen uit vier mogelijkheden. We geven de omschrijving die in de enquête gebruikt is: Standaardnederlands: het Nederlands, zoals dat op school geleerd wordt en bijvoorbeeld in het journaal op radio of tv gesproken wordt; Streektaal: een ruimer bruikbare taalvorm tussen het Standaardnederlands en het dialect in, met een herkenbaar Zeeuws accent of Zeeuwse uitdrukkingen, zoals de 'h' i.p.v. de 'g', het niet uitspreken van de 'h' aan het begin van een woord, 'ee' aan het eind van een zin, het zeggen van 'laat maar doen' i.p.v. 'laat maar zitten' enz.; Dialect: de eigen plaatselijke taalvorm van uw woonplaats; Vreemde taal: bv. Frans, Duits, Turks, Arabisch, etc. Er kon maar één mogelijkheid aangekruist worden. De percentages van de gekozen antwoorden staan in figuur 4, de witte staven geven het percentage aan op de frequentievraag, de donkergrijze staven op de voorkeursvraag. De Zeeuwen geven aan het meest Standaardnederlands te spreken 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 21