overbevolkingsvraagstuk statistisch in beeld was gebracht' en waarin men 'de belevenissen van een
Nederlandse familie, die naar Canada emigreerde' kon volgen. Na de pauze konden de aanwezigen
vragen stellen. De avond werd afgesloten met een 'geestig filmpje over de service in de burger
luchtvaart'.5
De emigratievoorlichting van de CEC in Zeeland
Het meeste materiaal dat ik in het Zeeuwsch Dagblad over de naoorlogse emigratie heb
aangetroffen, heeft betrekking op de Christelijke Emigratie Centrale. De klemtoon ligt in het
vervolg van deze paragraaf dan ook op de geschiedenis van deze organisatie en haar betrokkenheid
bij de emigratievoorlichting in Zeeland.
Vermoedelijk in 1946, maar mogelijk ook in de eerste helft van 1947 kreeg de Christelijke
Emigratie Centrale een eigen provinciale afdeling in Zeeland.6 In 1954 zag de CEC in Zeeland zich
genoodzaakt om 'een complete reorganisatie' door te voeren, 'die een betere werking van de CEC'
moest bewerkstelligen.7 In het begin van het volgende jaar constateerden CEC-medewerkers met
tevredenheid dat de reorganisatie van de provinciale afdeling succesvol verlopen was en dat de
emigratiecentrale een geoliede machine was geworden.8
De secretaris van de afdeling Zeeland was aanvankelijk dhr. H. Huyssen uit Terneuzen. maar al in
juli 1948 werd hij opgevolgd door de veelzijdige gereformeerde agrariër Adriaan de Kam 1917-?)
uit Grijpskerke.9 Toen de voorzitter van de CEC in Zeeland, wethouder A.L. Louws uit Oostkapelle,
in 1953 naar Frankrijk emigreerde, volgde De Kam hem in deze functie op.10 Andere belangrijke
bestuursleden van de CEC in Zeeland waren Pieter Marinussen uit Kloetinge, de hervormde
onderwijzer Abraham Flipse (1891-1960) en J. Looise - die beiden afkomstig waren uit Middelburg
- en J J. Knibbe.11
In de jaren vijftig en zestig had de Zeeuwse afdeling van de CEC in elk geval vijf vaste plaatsen
waar aspirant-emigranten terecht konden voor zogenaamde 'spreekuren': in café 'De Vriendschap'
in Middelburg, verder in Goes, Zierikzee, Axel en Oostburg.12 Bij tijd en wijle hield de CEC ook
spreekuren in plaatsen als Oost-Souburg, Oostkapelle en Zuidzande.13 Op deze spreekuren, die vaak
's avonds plaatsvonden, konden geïnteresseerden informatie inwinnen over de procedurele stappen
die ze moesten ondernemen om te emigreren. Daarnaast werden ze in de gelegenheid gesteld om
hun emigratieplannen uitvoerig te bespreken met een emigratie-expert. De voorlichter stelde de
aspirant-emigrant verscheidene vragen - bedoeld om te kijken of de kandidaat wel geschikt was
voor emigratie en om een persoonlijk dossier samen te stellen - terwijl de kandidaten tijdens de
spreekuren inhoudelijke vragen konden stellen aan de deskundige en voorlichtingsmateriaal in
ontvangst konden nemen.14
Vanaf ongeveer 1949-1950 begon de Christelijke Emigratie Centrale in Zeeland met het
organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten om de emigratie onder de aandacht van het grote
publiek te brengen. De vergaderingen werden in het voor- en najaar gehouden en vonden vaak
plaats in Middelburg of Goes.15 Over het geheel genomen ging de meeste aandacht uit naar de
immigratielanden Canada en Australië, zoals in tabel 1 te zien is. Deze tabel geeft een overzicht van
de - door mij steekproefsgewijs gevonden - voorlichtingsvergaderingen van de CEC in Zeeland, in
de periode 1950-1955.
De voorlichtingsbijeenkomsten begonnen met een openingswoord van de voorzitter van de
provinciale afdeling, die de gastspreker bij het publiek introduceerde. Vervolgens hield de spreker
een zogenaamde 'causerie', een korte voordracht, waarin gesproken werd over een aan emigratie
gerelateerd thema. Vaak beklemtoonde de spreker in zijn voordracht de noodzaak van emigratie. Zo
sprak Taeke Cnossen (1896-1988) - de directeur van de Christelijke Emigratie Centrale en enige
24