diende daarom een verzoek in bij de Staten van Zeeland, het provinciaal bestuur, om het fideï-
commis ongedaan te maken. Hij stelde voor het fideï-commis te laten rusten op het huis. Het
provinciaal bestuur stemde daarmee in.7
Mallepraat van Duvelaer, advocaat
De carrière van Pieter Duvelaer ontwikkelde zich voorspoedig. In de stadsregering bekleedde hij
afwisselend de positie van raad,
thesaurier en schepen.8 In het
rampjaar 1672 werden alle
Middelburgse bestuurders
weliswaar gedwongen hun
posities voor kortere of langere
tijd neer te leggen, maar Pieter
kreeg weldra zijn baan terug.9
Enige jaren later raakte de
stadsregering verwikkeld in een
godsdienstig conflict met de
stadhouder. In Middelburg werd
binnen de gereformeerde kerk
strijd gevoerd tussen de
zogenaamde Voetianen, geleid
door predikant Thilenus, en de
Coccejanen onder leiding van
predikant Momma. De
gemoederen liepen zo hoog op
dat in 1676 de geloofsstrijd
oversloeg naar andere Zeeuwse
steden. De stadhouder droeg het
Middelburgse stadsbestuur op
predikant Momma af te zetten.10
Dat was tegen de zin van het
bestuur dat besloot een
afvaardiging naar Den Haag te
sturen. Pieter Duvelaer was één Portret van Pieter Duvelaer.
van de afgevaardigden, en zijn
rol wordt duidelijk in enige dichtregels die door een Vlissingse regent werden geschreven:
En om haar yver te betoonen
Zond Middelburg nog meer persoonen
uyt haer agtbare magistraat
gedeputeerde tot den staat
Om dese saak wel te beginnen
Stonden sy met haar neegen binnen
en voor den soo wat malle praet
door Duvelaar haar advocaat11
De stadhouder maakte echter korte metten met Middelburg. Hij reisde naar Zeeland en zette persoonlijk
dominee Momma af. De zittende leden van de stadsregering stuurde hij naar huis. Pieter Duvelaer zag
de bui al hangen en zegde snel zelf zijn baan op. Een jaar later was hij terug op het regeringspluche.
3