vermoedelijk gemaakt door de kunstenaar Jan Denens.24 Hij beeldde Anna af naast een fontein - een symbool voor reinheid, en Pieter in zijn studeervertrek - een symbool voor zijn (juridische) kennis en wijsheid. De zandloper zou kunnen verwijzen naar de wapenspreuk die Pieter misschien voerde, maar in ieder geval door zijn zoon en kleinzoon werd gebruikt: 'Festina Lente', wat letterlijk betekent: Haast u langzaam. Ofwel: Wacht tot het juiste moment is gekomen. 'Onnoosele weese' Dankzij het testament van Francois Velters was Pieter Duvelaer voogd geworden over diens minderjarige zoon Hendrick. Hij beheerde als zodanig diens goederen, die echter waren bezwaard met fideï-commis. Omstreeks november 1683 verzocht hij het provinciebestuur het fideï-commis te verwijderen. Henrietta Thibaut probeerde op haar beurt te voorkomen dat de erfenis van haar zoon, 'de onnoosele weese', in de handen van Duvelaer zou vallen, en verzocht het provinciebestuur de erfenis, en dus ook de opbrengsten uit vruchtgebruik, wederom onder fideï- commis te plaatsen. De dichtende regent schreef hierover: doe quam Frangois Velters wees met syn moeder en syn moejen die versogt misschien uyt vrees dat syn goed niet aan sou groejen dat 't goed dat ontslagen is weer sou syn fideï-commis25 Portret van Anna Velters. Akkoord met de duivel? Hoewel Pieter Duvelaer nu juridisch aanspraken kon maken op geld uit de boedel van Francois Velters, was dat makkelijker gezegd dan gedaan. In de boedel bevonden zich nauwelijks contanten en bovendien had Henriette Thibaut nog steeds de meegenomen goederen in haar bezit. Wellicht daarom werkte Pieter Duvelaer mee aan een akkoord dat in februari 1683 door de strijdende partijen werd gesloten.26 Daarin legde hij zijn voogdijschap over Hendrick neer. De jongen kreeg met instemming van zijn moeder, Henriette Thibaut, nieuwe voogden. In ruil beloofde zij alle bezittingen van haar overleden man aan de zusters Clara en Anna Velters te geven. Dit waren effecten, juwelen en contanten die zij op de vlucht met Alexander de Munck had meegenomen en die nu waren ondergebracht in 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2006 | | pagina 9