Aflevering 155 voorjaar 2007 Dominee Van Til: een korte biografie De tweede persoon op wie we ons concentreren, is dominee Paul van Til, die in de zomer van 1952 als boordpredikant meereisde op het emigrantenschip de Zuiderkruis. Van Til werd op 25 augustus 1907 geboren. Na een theologiestudie in Kampen trad hij in juli 1934 aan als predikant in zijn eerste gemeente, de Gereformeerde Kerk te Een en Veenhuizen (Dr.). Hier trouwde hij met Frouktje Moes. Ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog had Van Til alle tijd om zich te verdiepen in de werken van zijn favoriete denkers, de theologen Karl Barth en Sören Kierkegaard: 'De theologie van Karl Barth boeide hem al vroeg De nieuwe wegen, die de theologie ging, bekeek hij met argusogen, maar hij nam er grondig kennis van Ook Kierkegaard had zijn grote belangstelling. Tot in het laatst van zijn leven was hij bezig met deze Deense denker.'48 Kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog nam Van Til een beroep aan naar Buitenpost (Gr.), waar hij ongeveer een jaar verbleef. In de zomer van 1946 werd hij legerpredikant in Nederlands-lndië. Deze standplaats ruilde hij op 29 februari 1948 in voor Middelburg, aan welke gemeente hij maar liefst 24 jaar als gereformeerd predikant verbonden was, tot hij in 1972 met pensioen ging.49 Van Til had internationale reiservaring opgedaan als legerpredikant in Nederlands-lndië en was daarom een geschikte kandidaat voor het boordpredikantschap.50 Net als zijn collega Oussoren was hij goed voorbereid op zijn reis naar Noord-Amerika. Van Til was al vaker bij het vertrek van emigrantenschepen aanwezig geweest, onder meer toen zijn zus en haar man met hun vijf kinderen naar Canada emigreerden. Door dit familiecontact was het voor hem eenvoudig om - voorafgaand aan zijn vertrek - eerstehands informatie in te winnen over het emigrantenleven in Canada.50 De reis Op 30 juli 1952 vertrok de Zuiderkruis - een voormalig Amerikaans Victory- schip - met Van Til en ongeveer 250 andere protestanten aan boord - uit Rotterdam. Het vertrek van de Zuiderkruis riep zowel heftige emoties als enthousiasme bij de betrokkenen op: 'Stijf tegen het raam van de H.A.L.- loods staan de familieleden het grote moment af te wachten, dat de loopbrug in de takels zal gaan en de kabels losgemaakt zullen worden Men ziet enige betraande gezichten, terwijl weer anderen vrolijk en joviaal zwaaien en lachen. Dan breekt de opgekropte ontroering los in uitroepen en armen gezwaai.'52 Gedurende de Atlantische oversteek sprak Van Til veelvuldig met de opvarenden. Hij vroeg hen onder meer naar hun motivering om Nederland te verlaten. De boordpredikant constateerde dat de meest genoemde motieven economisch van aard waren. De emigranten van middelbare leeftijd gaven veelal aan om 'de toekomst van de kinderen' te emigreren, terwijl de jongere generatie dikwijls vertrok vanwege de boerderij- en woningnood in Nederland: 'Jongelui, die reeds vijf jaar moeten wachten om een boerderij te pakken te krijgen en wier enige kans is, dat hun oom de laatste adem uitblaast, wat intussen maar niet gebeurt, zien dit als de kans van hun leven.' Er waren dan ook veel jonge mensen aan boord die pas getrouwd waren 'en nog in de wittebroodsweken' verkeerden. Hoewel een

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2007 | | pagina 16