Aflevering 155 voorjaar 2007 53 Dr. Frans Debrabandere. woordmateriaal vind ik in de idiotica. Voor het Zeeuws had ik het voordeel dat nagenoeg de hele Zeeuwse woordenschat in één woordenboek opgeslagen is, nl. in dat Ha.C.M. Ghijsen en in 2003 is daar nog het Supplement bij gekomen. Vraag: In uw Oost-Vlaams woordenboek (2005) had u ook de woorden uit Zeeuws-Vlaanderen opgenomen. Zult u die dan in uw Zeeuws woordenboek weglaten? F.D.: Nee, die worden ook in het Zeeuwse woordenboek opgenomen. Zeeuws-Vlaanderen behoort uiteraard tot de provincie Zeeland, maar aan de andere kant is het historisch en taalkundig een stukje Vlaanderen. Volgens de huidige provinciegrenzen leek de geografische indeling, in West- Vlaams aan de ene kant en Oost- en Zeeuws-Vlaams aan de andere kant, logisch. Toch is dat niet helemaal zo. De woordenschat van West Zeeuws- Vlaanderen - en zelfs de uitspraak ervan - is nagenoeg die van West- Vlaanderen, terwijl die van het Land van Hulst samengaat met het Land van Waas. Een 'Vlaams etymologisch woordenboek' was daarom wellicht zinvoller geweest. En op dit ogenblik zou ik alweer kunnen zeggen: een Vlaams-Zeeuws etymologisch woordenboek zou zinvol zijn (geweest). Maar op een bepaalde leeftijd begin je niet meer aan grote projecten, wel aan kleinere overzichtelijke projecten, waarvan je de voltooiing binnen een redelijke termijn mogelijk acht. Vraag: Waarom vindt u een Vlaams en Zeeuws woordenboek zin hebben? F.D.: Omdat het Zeeuws heel veel met het Vlaams, m.n. met het West- Vlaams gemeen heeft. Talrijke Zeeuwse woorden heeft Zeeland gemeen met Vlaanderen, en dan bedoel ik wel degelijk het historische Vlaanderen, de provincies West- en Oost- en Zeeuws-Vlaanderen, b.v. altemet, bames(se), begoest 'belust', begraving(e) 'begrafenis', laat varen dat 'laat staan dat'. Het valt zelfs op dat heel wat woorden die tot het Belgisch-Nederlandse taalgebruik behoren, ook in Zeeland gebruikelijk zijn, b.v. aanhouder 'bijzit, minnaar', amigo 'nor', bareel 'slagboom', begoed 'gegoed', begankenis 'processie, stoet', kallesie/kassie 'straatkei, straatweg', krapuul 'uitschot', kuussen, kuisen 'schoonmaken', schalie 'lei', teerlink 'dobbelsteen', verschieten 'schrikken', zetel 'leunstoel, fauteuil', zurkel 'zuring' enz. We

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2007 | | pagina 57